Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 34
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling. Afwijzing. Aannemelijk dat schuldenaar t.a.v. ontstaan deel van zijn schulden niet te goeder trouw is geweest (art. 288 lid 2 sub b Fw)? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ2595
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/052HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AZ2595
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ2595, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ2595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
Essentie
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling. Afwijzing. Aannemelijk dat schuldenaar t.a.v. ontstaan deel van zijn schulden niet te goeder trouw is geweest (art. 288 lid 2 sub b Fw)? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Verzoeker], verzoeker tot cassatie, adv. mr. R.A. Kaarls.
Voorgaande uitspraak
[Verzoeker], verzoeker tot cassatie, adv. mr. R.A. Kaarls.
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Verzoeker tot cassatie — verder te noemen: [verzoeker] — heeft de rechtbank te Breda op 28 december 2005 verzocht om ten aanzien van hem de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.