Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 48
Cassatieberoep tegen beschikking cfm art. 552p lid 2 Sv van ander dan OM of klager niet-ontvankelijk.
HR 19-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1670
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00925/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ1670
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1670, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1670, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
Nu in het Wetboek van Strafvordering geen bepaling voorkomt volgens welke tegen een beschikking tot het verlenen van verlof cfm art. 552p lid 2 Sv (i.c. tot het ter beschikking stellen van celmateriaal van een kind) beroep in cassatie openstaat voor anderen dan het OM en de klager, kan de betrokkene (een van de wensouders) in het ingestelde beroep niet worden ontvangen. De rechtbank heeft immers kennelijk — en niet onbegrijpelijk — de brief van betrokkene's raadsman, waarin hij verzoekt in de gelegenheid te worden gesteld bij de behandeling van het verzoek tot het verlenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.