NJ 2008, 4
HR, 22-12-2006, nr. C05/260HR
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1593, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/260HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AZ1593
- JCDI
JCDI:ADS111701:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1593, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1593, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2005
- Wetingang
Rv art. 1065
Essentie
Vernietiging arbitraal vonnis op grond motiveringsgebrek: terughoudende toepassing van precisering gegeven in HR 9 januari 2004, NJ 2005, 190; maatstaf.
De precisering die in HR 9 januari 2004, NJ 2005, 190, m.nt. HJS is gegeven m.b.t. de in art. 1065 lid 1 onder d Rv vermelde vernietigingsgrond dat het vonnis niet met redenen is omkleed — te weten dat met het ontbreken van een motivering op een lijn moet worden gesteld het geval dat weliswaar een motivering is gegeven maar dat daarin enige steekhoudende verklaring voor de desbetreffende beslissing niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.