Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 772
Cassatieberoep tegen ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing waarvan geldigheidstermijn is verstreken; ontvankelijkheid; belang.
HR 01-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9709
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 september 2006
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R05/151HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AX9709
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9709, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑09‑2006
Essentie
Cassatieberoep tegen ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing waarvan geldigheidstermijn is verstreken; ontvankelijkheid; belang.
De geldigheidstermijn van de ondertoezichtstelling en van de machtiging tot uithuisplaatsing is inmiddels verstreken; thans eiseres tot cassatie is derhalve wegens gebrek aan belang niet ontvankelijk in haar beroep.
Partij(en)
[Verzoekster], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. J. Groen,
tegen
De Raad voor de Kinderbescherming, te Assen, verweerster in cassatie, niet verschenen,
1. Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe, te Assen,
2. [Belanghebbende 2], te [woonplaats], belanghebbenden in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij verzoekschrift van 2 december 2004 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.