JOL 2002, 606
Wet voorkeursrecht gemeenten: art. 26 lid 1 (oud); ‘zelfrealisatie’ door de eigenaar of diens wederpartij; bevoegdheid gemeente om ter voorkoming van zelfrealisatie een bijdrage in de ontwikkelingskosten te verlangen?
HR 15-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE4368
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 november 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R01/132HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AE4368
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE4368, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE4368, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2002
Essentie
Wet voorkeursrecht gemeenten: art. 26 lid 1 (oud); ‘zelfrealisatie’ door de eigenaar of diens wederpartij; bevoegdheid gemeente om ter voorkoming van zelfrealisatie een bijdrage in de ontwikkelingskosten te verlangen?
Op deze procedure is ingevolge art. II lid 4 van de Wet van 14 juni 2002, Stb. 326, art. 26 lid 1 (oud) Wvg van toepassing. Derhalve moet worden uitgegaan van hetgeen de Hoge Raad in zijn ‘november-beschikkingen’ (HR 10 november 2000, NJ 2001, 288 en HR 17 november 2000, NJ 2001, 289) heeft overwogen t.a.v. de vraag wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.