NJ 2001, 289
Wet voorkeursrecht gemeenten; art. 26 lid 1; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Procesbesluit BenW.
HR 17-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8353, m.nt. P.C.E. van Wijmen en W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R00/015HR
- Conclusie
A-G Ilsink
- Noot
P.C.E. van Wijmen en W.M. Kleijn
- LJN
AA8353
- JCDI
JCDI:ADS157614:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8353, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2000
- Wetingang
Essentie
Wet voorkeursrecht gemeenten; art. 26 lid 1; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Procesbesluit BenW. Aanpassen stellingen na verwijzing.
Hoge Raad geeft zelfde ‘kernoverwegingen’ als in hiervoor afgedrukte uitspraak HR 10 november 2000, NJ 2001, 288. Voorts wordt overwogen: art. 26 Wvg niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij EVRM. Besluit BenW aanhangig maken procedure vóór delegatiebesluit gemeenteraad/aanhangig maken procedure na delegatiebesluit: bekrachtiging besluit BenW door gemeenteraad niet nodig en evenmin besluit BenW. Aanpassen stellingen na verwijzing.
Samenvatting
Eigenaren van percelen die zijn aangewezen als gronden waarop de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.