JOL 2001, 286
Ontvankelijkheid; gebrek aan belang.
HR 27-04-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1339
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 april 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
R00/104HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AB1339
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB1339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1339, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑04‑2001
Essentie
Ontvankelijkheid; gebrek aan belang.
Nu de cassatieklachten niet zijn gericht tegen overweging die beslissing van de Rechtbank zelfstandig draagt, missen verzoekers belang bij hun cassatieberoep en dienen zij daarin niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Partij(en)
- 1.
D Group Europe N.V., gevestigd te Kapellen, België,
- 2.
[Verzoeker 2], wonende te [woonplaats], België,
verzoekers tot cassatie, adv. mr. E. Kars,
tegen
Mr. P.W. Schreurs, als curator in de faillissementen van Vit Freight B.V., Weys Logistics B.V. en Techno D Service B.V., verweerder in cassatie, adv. mr. M.H. van der Woude.