RvdW 2018/754
Procesrecht. Comparitie in meervoudig te beslissen zaak t.o.v. raadsheer-commissaris; in acht te nemen regels; regeling in procesreglement. Arbeidsrecht; aanvullende arbeidsvoorwaarde naar aanleiding van gedragslijn werkgever jegens werknemer?; maatstaf en gezichtspunten.
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:976
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00932
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:976, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2017
- Wetingang
Art. 134 BW; art. 7:660 Rv
Essentie
Procesrecht. Comparitie in meervoudig te beslissen zaak t.o.v. raadsheer-commissaris; in acht te nemen regels; regeling in procesreglement. Arbeidsrecht; aanvullende arbeidsvoorwaarde naar aanleiding van gedragslijn werkgever jegens werknemer?; maatstaf en gezichtspunten.
Nu de door het hof bij tussenarrest gelaste comparitie mede is benut om partijen in de gelegenheid te stellen hun stellingen toe te lichten, had deze comparitie in deze meervoudig te beslissen zaak in beginsel dienen plaats te vinden ten overstaan van de drie raadsheren die de beslissing zouden nemen. Van deze regel kon worden afgeweken door tijdig voor de comparitie (schriftelijk of elektronisch) aan partijen mee te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.