Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer
Artikel 53 Ondertekening, bekrachtiging en inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2003
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2016, 135).
- Bronpublicatie:
28-05-1999, Trb. 2001, 91 (uitgifte: 16-05-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2005, Trb. 2005, 2 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Verdrag staat open voor ondertekening te Montreal op 28 mei 1999 voor de Staten die deelnemen aan de Internationale Luchtrechtconferentie, gehouden te Montreal van 10 tot 28 mei 1999. Na 28 mei 1999 staat het Verdrag open voor ondertekening voor alle Staten bij de zetel van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO) te Montreal, totdat het overeenkomstig het zesde lid van dit artikel in werking treedt.
2.
Dit Verdrag staat eveneens open voor ondertekening voor regionale organisaties voor economische integratie. Voor de toepassing van dit Verdrag is een ‘regionale organisatie voor economische integratie’ een organisatie bestaande uit soevereine staten van een bepaalde regio, die bevoegdheden heeft inzake bepaalde onderwerpen die geregeld worden door dit Verdrag en die naar behoren gemachtigd is dit Verdrag te ondertekenen, te bekrachtigen, te aanvaarden, goed te keuren dan wel ertoe toe te treden. Uitgezonderd in artikel 1, tweede lid, in artikel 3, eerste lid, onderdeel b), in artikel 5, onderdeel b), in de artikelen 23, 33, 46 en in artikel 57 onderdeel b), is elke vermelding van ‘Staat die Partij is bij dit Verdrag’ of ‘Staten die Partij zijn bij dit Verdrag’ tevens van toepassing op regionale organisaties voor economische integratie. Voor de toepassing van artikel 24 zijn de vermeldingen van ‘een meerderheid van de Staten die Partij zijn bij dit Verdrag’ en ‘een derde van de Staten die Partij zijn bij dit Verdrag’ niet van toepassing op regionale organisaties voor economische integratie.
3.
Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd door de Staten en door regionale organisaties voor economische integratie die het hebben ondertekend.
4.
Elke Staat of regionale organisatie voor economische integratie die dit Verdrag niet ondertekent, kan het te allen tijde aanvaarden, goedkeuren of ertoe toetreden.
5.
De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding dienen te worden nedergelegd bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, die bij deze wordt aangewezen als depositaris.
6.
Dit Verdrag treedt in werking op de zestigste dag na de datum van nederlegging bij de depositaris van de dertigste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding en tussen de Staten die een dergelijke akte hebben nedergelegd. De akten nedergelegd door regionale organisaties voor economische integratie worden voor de toepassing van dit lid niet meegerekend.
7.
Voor de andere Staten en voor de andere regionale organisaties voor economische integratie treedt dit Verdrag in werking zestig dagen na de nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.
8.
De depositaris geeft alle ondertekenaars en de Staten die Partij zijn bij dit Verdrag onverwijld kennis van:
- a)
elke ondertekening van dit Verdrag en de datum daarvan;
- b)
elke nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding en de datum daarvan;
- c)
de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag;
- d)
de datum van het van kracht worden van elke herziening van de aansprakelijkheidsgrenzen vastgesteld ingevolge dit Verdrag;
- e)
elke opzegging ingevolge artikel 54.