Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer
Artikel 23 Omrekening van munteenheden
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2003
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (26-09-2005, Trb. 2005, 2).
- Bronpublicatie:
28-05-1999, Trb. 2001, 91 (uitgifte: 16-05-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2005, Trb. 2005, 2 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De in dit Verdrag in bijzondere trekkingsrechten uitgedrukte bedragen worden geacht betrekking te hebben op het bijzondere trekkingsrecht zoals dit is omschreven door het Internationale Monetaire Fonds. De omrekening van deze bedragen in de nationale munteenheden geschiedt, in geval van een gerechtelijke procedure, volgens de waarde van die munteenheden, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten op de datum van het vonnis. De waarde uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten van de nationale munteenheid van een Staat die Partij is bij dit Verdrag, die lid is van het Internationale Monetaire Fonds, wordt berekend volgens de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de datum van het vonnis wordt toegepast voor zijn eigen verrichtingen en transacties. De waarde uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten van de nationale munteenheid van een Staat die Partij is bij dit Verdrag, die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds, wordt berekend op een door die Staat vastgestelde wijze.
2.
Niettemin kunnen de Staten die geen lid zijn van het Internationale Monetaire Fonds en waarvan de wet de toepassing van de bepalingen van het eerste lid van dit artikel niet toelaat, op het tijdstip van bekrachtiging of toetreding, of op enig tijdstip nadien, verklaren dat de in artikel 21 voorgeschreven aansprakelijkheidsgrens van de vervoerder in gerechtelijke procedures op hun grondgebied wordt vastgesteld op een bedrag van 1.500.000 monetaire eenheden per passagier; op 62.500 monetaire eenheden per passagier wat betreft artikel 22, eerste lid; op 15.000 monetaire eenheden per passagier wat betreft artikel 22, tweede lid; en op 250 monetaire eenheden per kilogram wat betreft artikel 22, derde lid. Deze monetaire eenheid komt overeen met vijfenzestig en een half milligram goud van een gehalte van negenhonderd duizendste fijn. De bedragen kunnen in de betrokken nationale munteenheid worden omgerekend in ronde cijfers. De omrekening van deze bedragen in de nationale munteenheid geschiedt volgens de wet van de betrokken Staat.
3.
De in de laatste zin van het eerste lid van dit artikel genoemde berekening en de in het tweede lid van dit artikel genoemde omrekening geschieden op zodanige wijze dat, in de nationale munteenheid van de Staat die Partij is bij dit Verdrag zoveel mogelijk dezelfde werkelijke waarde tot uitdrukking komt voor de bedragen genoemd in de artikelen 21 en 22, als zou voortvloeien uit de toepassing van de eerste drie zinnen van het eerste lid van dit artikel. De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag delen aan de depositaris hun wijze van berekening overeenkomstig het eerste lid van dit artikel mee of, in voorkomend geval, het resultaat van de omrekening overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, bij het nederleggen van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Verdrag of van toetreding hiertoe en telkens wanneer zich een verandering voordoet in deze wijze van berekening of in het resultaat van de omrekening.