Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer
Artikel 1 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2003
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (26-09-2005, Trb. 2005, 2).
- Bronpublicatie:
28-05-1999, Trb. 2001, 91 (uitgifte: 16-05-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2005, Trb. 2005, 2 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Verdrag is van toepassing op al het internationale vervoer van personen, bagage of goederen dat met luchtvaartuigen tegen betaling plaats heeft. Het is eveneens van toepassing op kosteloos vervoer per luchtvaartuig door een luchtvervoeronderneming verricht.
2.
Onder internationaal vervoer in de zin van dit Verdrag wordt verstaan alle vervoer waarbij, volgens overeenkomst tussen Partijen, de plaats van vertrek en de plaats van bestemming, zij er al dan niet onderbreking van het vervoer of overlading, zijn gelegen hetzij op het grondgebied van twee Staten die Partij zijn bij dit Verdrag, hetzij op het grondgebied van een enkele Staat die Partij is bij dit Verdrag indien een tussenlanding wordt voorzien binnen het grondgebied van een andere Staat, zelfs indien die Staat geen Partij is bij het Verdrag. Het vervoer zonder een zodanige tussenlanding tussen twee punten binnen het grondgebied van een enkele Staat die Partij is bij dit Verdrag wordt niet beschouwd als internationaal in de zin van dit Verdrag.
3.
Het vervoer, te verrichten door verschillende opeenvolgende luchtvervoerders, wordt voor de toepassing van dit Verdrag geacht een enkel vervoer te vormen, wanneer het door de partijen als een enkele handeling is beschouwd, of het nu in de vorm van een enkele overeenkomst dan wel in de vorm van een reeks van overeenkomsten is gesloten, en het verliest zijn internationaal karakter niet door de omstandigheid dat een enkele overeenkomst of een reeks van overeenkomsten ten volle moet worden uitgevoerd binnen het grondgebied van dezelfde Staat.
4.
Dit Verdrag is tevens van toepassing op het vervoer bedoeld in Hoofdstuk V, behoudens de bepalingen van dat hoofdstuk.