Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/
Verhandeling
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363274:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
In art. 9 lid 1 tweede alinea Btw-richtlijn wordt, anders dan in art. 4 lid 2 Zesde richtlijn het geval was, het begrip “economische activiteit” (enkelvoud) gehanteerd in plaats van het begrip “economische activiteiten” (meervoud). Uit punt 3 van de considerans van de Btw-richtlijn volgt echter dat hiermee geen inhoudelijke wijziging is beoogd. Overigens vind ik de tekst van de Zesde richtlijn op dit punt fraaier: “Als economische activiteiten worden” in plaats van: “Als economische activiteit worden”.
HvJ EG 26 maart 1987, nr. 235/85 (Commissie/Nederland), FED 1987/341, HvJ EG 15 juni 1989, nr. 348/87 (Stichting Uitvoering Financiële Acties, SUFA), FED 1989/559, HvJ EG 4 december 1990, nr. C-186/89 (Van Tiem), BNB 1991/352, HvJ EG 12 september 2000, nr. C-408/97 (Commissie/Nederland), BNB 2007/377 en HvJ EG 12 september 2000, nr. C-358/97 (Commissie/Ierland), FED 2001/25.
HR 2 mei 1984, nr. 22 153, BNB 1984/295.
In dezelfde zin: M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, Omzetbelasting, Kluwer, Deventer, 2007, blz. 57.
Het begrip “economische activiteit”1 is een element van het begrip belastingplichtige.2 Zonder de aanwezigheid van een economische activiteit kan een belastingplichtige niet bestaan en kunnen handelingen niet belastbaar zijn. Het begrip “economische activiteit” heeft een ruime werking.3
Het begrip economische activiteit komt in de Wet OB niet voor. De Wet OB hanteert de begrippen “beroep en bedrijf”. Aan deze begrippen komt mijns inziens geen zelfstandige betekenis meer toe. Het begrip belastingplichtige is immers een communautair begrip, waarvan de invulling en de uitleg niet is overgelaten aan de lidstaten. Bovendien heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het begrip “ondernemer” in de Wet OB, waarvan de begrippen “beroep en bedrijf” elementen vormen, geen andere betekenis heeft dan het begrip “belastingplichtige” van art. 9 Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 1 Zesde richtlijn).4 Beslissend is derhalve het begrip “economische activiteit”.5
Art. 9, tweede alinea van de Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 2 Zesde richtlijn) bepaalt:
Als “economische activiteit” worden beschouwd, alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen. Als economische activiteit wordt in het bijzonder beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.
Niettegenstaande deze definitie van het begrip “economische activiteit”, worden er in de jurisprudentie en in de literatuur verschillende betekenissen aan gegeven. Alvorens in te gaan op de vraag hoe de afwezigheid van een economische activiteit een oorzaak kan zijn van het onbelastbaar zijn van handelingen in het kader van een samenwerkingsverband, is het nuttig allereerst in te gaan op de betekenis die het begrip heeft.