Verdrag ter vaststelling van enige eenvormige regelen betreffende het cognossement
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 02-06-1931
- Bronpublicatie:
25-08-1924, Trb. 1957, 24 (uitgifte: 14-02-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-06-1931
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-1953, Trb. 1953, 109 (uitgifte: 13-11-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De Staten, die dit verdrag niet hebben ondertekend, kunnen tot dit verdrag toetreden, onafhankelijk van de vraag, of zij al dan niet vertegenwoordigd zijn geweest op de internationale conferentie te Brussel.
2.
De Staat, die wenst toe te treden, deelt zijn voornemen schriftelijk mede aan de Belgische Regering, en overhandigt Haar de akte van toetreding, die wordt neergelegd in de archieven dezer Regering.
3.
De Belgische Regering overhandigt onmiddellijk aan al de ondertekend hebbende of toegetreden Staten een voor gelijkluidend gewaarmerkt afschrift van de mededeling, alsmede van de akte van toetreding, terwijl Zij de dag vermeldt, waarop Zij de mededeling heeft ontvangen.