Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/6.2.2.1
6.2.2.1 Toezicht van de rechter op het feitenonderzoek van de deskundige
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS443769:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
De Civil Justice Council adviseert de deskundige vóór indiening van een verzoek steeds overleg te plegen met de partij die de deskundige instrueert (PIE 11.1). De AdmimIty & Commercial Courts Guide schrijft de deskundige voor eerst de instruerende partij en dan de andere partijen in kennis te stellen van zijn voornemen de rechter om instructies te vragen, alvorens hij het verzoek aan de rechter doet toekomen (ACCG H2.10).
Keane 2008, p. 557.
Zie over de Queen 's Bench Guide, de Chancery Guide en de Admiralty & Commercial Courts Guide par. 4.3.3.1.
Cross & Tapper 2007, p. 447 e.v.; Keane 2008, p. 596 e.v.; O'Hare & Browne 2007, p. 336. Zie overprivilege bijv. Thanki e.a. 2006.
In Engeland wordt een deskundige door een partij ingeschakeld en niet door de rechter benoemd, zoals vermeld in par. 4.3.3.2. Het vertrekpunt bij de inschakeling van een deskundige is van oudsher de partijdeskundige. De single joint expert, de deskundige die door beide partijen samen wordt ingeschakeld, is ingepast in de traditie van de door een partij geïnstrueerde deskundige. Nadat een deskundige in Engeland de opdracht tot het onderzoek van (een) partij(en) heeft ontvangen, verricht hij het onderzoek tamelijk zelfstandig. Er is geen regel waarin wordt voorgeschreven dat het deskundigenonderzoek plaatsvindt onder leiding van de rechter. Op grond van zijn overriding obligation (CPR 35.3) dient de deskundige er echter ook in het feitenonderzoek rekening mee te houden dat hij de rechter bij staat. Hij kan de rechter bij de uitvoering van de opdracht om instructies vragen (CPR 35.14). Een verzoek om instructies behoort hij in kopie aan partijen te zenden, tenzij de rechter anders bepaalt.1 In het laatste geval zal de rechter in het algemeen wel bepalen dat een kopie van het verzoek aan partijen moet worden gezonden bij de toezending van de instructies. Volgens Keane beschermt deze regeling de deskundige, bijvoorbeeld als hij vreest dat het opvolgen van de instructies van een partij betekent dat hij in strijd handelt met zijn overriding obligation om de rechter bij te staan.2 De deskundige moet er volgens de Queen's Bench Guide en de Chancery Guide wel om denken geen informatie in een verzoek om instructies op te nemen die de instruerende partij als privileged matters of matters without prejudice niet ter kennis van de rechter hoeft te brengen (QBG 7.9.10, CG 4.19).3 Een partij die eenzijdig een deskundige inschakelt, hoeft namelijk de informatie die zij met de deskundige uitwisselt, niet met de wederpartij te delen als die informatie privileged matters of matters without prejudice betreft (CPR 31.19 lid 3). Dat is het geval als een partij door de informatieverstrekking strafrechtelijke vervolging riskeert. Het doet zich ook voor bij communicatie in de adviesrelatie tussen advocaat en cliënt, of tussen advocaat of cliënt enerzijds en derden anderzijds (legal professional privilege). Ook valt hieronder informatie die betrekking heeft op onderhandelingen waarbij partijen zich alle rechten hebben voorbehouden, zoals schikkingsonderhandelingen.4