Vgl. HR 10 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT8932. Zie ook HR 11 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:655.
HR, 17-04-2018, nr. 16/05488 B
ECLI:NL:HR:2018:619
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-04-2018
- Zaaknummer
16/05488 B
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:619, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2018; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:175
ECLI:NL:PHR:2018:175, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2018
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2018:619
- Vindplaatsen
Uitspraak 17‑04‑2018
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv. Klaagschrift dat strekt tot teruggave van de auto via klager aan zijn moeder (de eigenaar). HR: 81.1 RO. CAG, anders: art. 552a Sv biedt niet de mogelijkheid dat op verzoek van een belanghebbende teruggave van het inbeslaggenomene aan een ander wordt gelast. De Rb. had klager daarom n-o moeten verklaren in zijn beklag t.a.v. de inbeslaggenomen auto.
Partij(en)
17 april 2018
Strafkamer
nr. S 16/05488 B
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 25 oktober 2016, nummer RK 16/2164, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft D.R. Kops, advocaat te Breukelen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen, maar uitsluitend voor wat betreft de beslissing op de inbeslaggenomen auto, en de klager alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in het beklag voor zover dat betrekking heeft op de inbeslaggenomen auto.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 april 2018.
Conclusie 06‑03‑2018
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Beklag, beslag. Art. 552a Sv kent niet de mogelijkheid dat op verzoek van een belanghebbende teruggave van het inbeslaggenomene aan een ander wordt gelast. De AG stelt zich op het standpunt dat de Hoge Raad de bestreden beschikking in zoverre zal vernietigen en de klager alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in het beklag.
Nr. 16/05488 B Zitting: 6 maart 2018 | Mr. T.N.B.M. Spronken Conclusie inzake: [klager] |
Bij beschikking van 25 oktober 2016 heeft de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, het klaagschrift ex art. 552a Sv strekkende tot teruggave van onder klager inbeslaggenomen goederen gegrond verklaard voor zover het ziet op een tablet en telefoons en het klaagschrift voor het overige, onder meer ten aanzien van een auto, ongegrond verklaard.
Namens klager heeft mr. D.R. Kops, advocaat te Breukelen, één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel komt op tegen de motivering van de ongegrondverklaring van het klaagschrift ten aanzien van de auto.
3.1. Aan de bespreking van het middel kom ik gelet op het volgende niet toe.
3.2. In het klaagschrift wordt gesteld dat de auto in eigendom toebehoort aan de moeder van klager. Blijkens het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de klager aangevoerd dat de moeder van de klager instemt met teruggave van de auto aan de klager en heeft de moeder van de klager als belanghebbende verklaard: “Ik wil mijn auto terug hebben.”
3.3. Kennelijk strekt het klaagschrift tot teruggave van de inbeslaggenomen auto via de klager aan zijn moeder. Art. 552a Sv biedt echter niet de mogelijkheid dat op verzoek van een belanghebbende teruggave van het inbeslaggenomene aan een ander wordt gelast. De rechtbank had de klager daarom niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag ten aanzien van de inbeslaggenomen auto.1.
4. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen, maar uitsluitend voor wat betreft de beslissing op de inbeslaggenomen auto, en de klager alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in het beklag voor zover dat betrekking heeft op de inbeslaggenomen auto.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 06‑03‑2018