Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het verdrag inzake de rechten van het kind
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2002
- Bronpublicatie:
25-05-2000, Trb. 2001, 130 (uitgifte: 03-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2005, Trb. 2005, 282 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Onverminderd de bepalingen van hun nationale recht:
- a.
nemen de Staten die partij zijn maatregelen ten behoeve van het, indien nodig, in beslag nemen van en beslag leggen op:
- i.
zaken zoals documenten, vermogensbestanddelen en andere hulpmiddelen die zijn gebruikt voor het plegen of bevorderen van strafbare feiten als bedoeld in dit Protocol;
- ii.
opbrengsten afkomstig van dergelijke strafbare feiten;
- b.
geven de Staten die partij zijn uitvoering aan verzoeken van een andere Staat die partij is tot beslagneming van of beslaglegging op de in onderdeel a. bedoelde zaken of opbrengsten;
- c.
nemen de Staten die partij zijn maatregelen gericht op het, tijdelijk of definitief, sluiten van panden die zijn gebruikt voor het plegen van dergelijke strafbare feiten.