Einde inhoudsopgave
Regeling onwerkbaar weer
Artikel 6 Vrijstelling geldt niet of vervalt
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, Stcrt. 2019, 70095 (uitgifte: 24-12-2019, regelingnummer: 2019-0000157117)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, Stcrt. 2019, 70095 (uitgifte: 24-12-2019, regelingnummer: 2019-0000157117)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De vrijstelling op grond van artikel 2 of 5 geldt niet of vervalt met terugwerkende kracht tot de aanvang van de betreffende omstandigheid, indien:
- a.
het UWV heeft geconstateerd dat een werknemer na 10:00 uur in de ochtend aanwezig is op een locatie waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht, of op elke andere locatie waar de werkgever arbeid laat verrichten, op een tijdstip waarop de werknemer volgens de melding, bedoeld in artikel 4, of een ontheffing als bedoeld in artikel 5 geacht wordt geen arbeid te verrichten;
- b.
het UWV heeft geconstateerd dat een werknemer arbeid heeft verricht voor de werkgever op een tijdstip waarop de werknemer volgens de melding, bedoeld in artikel 4, of een ontheffing als bedoeld in artikel 5, geacht wordt geen arbeid te verrichten; c. een persoon, waarvan het redelijk vermoeden bestaat dat hij werknemer is als bedoeld in onderdeel a of b, geweigerd heeft zich bij een controle door het UWV te identificeren; d. het UWV heeft vastgesteld dat het door de werkgever opgegeven aantal werknemers of arbeidsuren, niet in overeenstemming is met de werkelijk hem ter beschikking staande werknemers of arbeidsuren;
- e.
de werkgever geen medewerking verleent aan het UWV in het kader van het door het UWV te houden toezicht op de naleving van deze regeling;
- f.
2.
Indien de vrijstelling niet geldt of vervalt op grond van het eerste lid, onderdelen a tot en met f, geldt voor de dagen, waarop in verband met buitengewone natuurlijke omstandigheden de overeengekomen arbeid niet kan worden verricht, gedurende een jaar na de dag waarop het vervallen van de betreffende vrijstelling is ingegaan, geen vrijstelling van de loondoorbetalingsplicht voor alle werknemers die werkzaam zijn bij de betreffende werkgever en tellen deze dagen niet mee als wachtdagen.