WR 2015/80
Afwijkend beding – huurprijswijziging bedrijfsruimte: rechterlijke goedkeuring afwijkend beding mogelijk nadat beding is vernietigd door huurder; uitvoerbaarverklaring bij voorraad (Vervolg op WR 2014/24)
HR 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:823 (Singh/Centre Hotel)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 april 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders en G. de Groot
- Zaaknummer
13/04931
- Conclusie
A-G Wissink
- Roepnaam
Singh/Centre Hotel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:823, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2013
- Wetingang
(art. 7:291, 7:303 en 7:304 BW; art. 7A:1629 lid 2 BW (oud))
Essentie
Afwijkend beding – huurprijswijziging bedrijfsruimte: rechterlijke goedkeuring afwijkend beding mogelijk nadat beding is vernietigd door huurder; uitvoerbaarverklaring bij voorraad (Vervolg op WR 2014/24)
Samenvatting
Art. 7:291 lid 3 BW geeft – in navolging van art. 7A:1629 lid 2 BW (oud) – geen tijdstip waarvoor of termijn waarbinnen het verzoek om goedkeuring van een afwijkend beding moet worden gedaan. Partijen kunnen daarom, nu de wet niet anders bepaalt en er ook anderszins geen grond is die zich daartegen verzet, ook na ingang van de huur dat verzoek doen. In de regeling van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.