Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 291 [Dwingend recht; afwijking met goedkeuring door de rechter]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2003
- Bronpublicatie:
21-11-2002, Stb. 2002, 588 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 26932)
18-12-2001, Stb. 2001, 581 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27824)
- Inwerkingtreding
01-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2003, Stb. 2003, 230 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
02-06-2003, Stb. 2003, 230 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
1.
Van de bepalingen van deze afdeling kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.
2.
Bedingen die ten nadele van de huurder afwijken van de bepalingen van deze afdeling, kunnen evenwel, behoudens wanneer het betreft een afwijking van artikel 307, niet op die grond worden vernietigd, indien zij zijn goedgekeurd door de rechter.
3.
Ieder van de partijen kan een zodanige goedkeuring verzoeken. De goedkeuring wordt alleen gegeven indien het beding de rechten die de huurder aan deze afdeling ontleent, niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van de onderhavige afdeling in redelijkheid niet behoeft.
4.
Het verzoek bevat, behalve de gronden waarop het berust, de tekst van de goed te keuren bedingen.