Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.4.6:4.2.4.6 Tussenconclusie
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.4.6
4.2.4.6 Tussenconclusie
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS346722:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze tussenconclusie worden de bevindingen uit deze paragraaf in een schema samengevat. De bevindingen heb ik door middel van symbolen van een oordeel voorzien. In hoofdstuk 6 worden op basis hiervan aanbevelingen gedaan teneinde tot een verbetering van de toetsingsresultaten te komen. De symbolen hebben de volgende betekenis:
++
=
overtuigend positief
+
=
positief
+/-
=
neutraal
-
=
negatief
- -
=
overtuigend negatief
Art. 4.17 Wet IB 2001
Legitimiteit
De doorschuifmogelijkheid is legitiem indien sprake is van het aangaan van een huwelijk en de aandelen tot een gemeenschap gaan behoren. De oorspronkelijke aandeelhouder blijft bestuursbevoegd.
++
Bij een echtscheiding is een doorschuifmogelijkheid alleen legitiem indien de aandelen worden toebedeeld aan de echtgenoot die bestuursbevoegd is ten aanzien van de aandelen.
+/-
Neutraliteit
De faciliteit werkt verstorend omdat geen onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemings- en beleggingsvermogen. Dit geldt wel bij overlijden (art. 4.17a Wet IB 2001).
- -
Het werkt verstorend dat de langstlevende echtgenoot als erfgenaam moet worden benoemd om bij overlijden van de erflater de doorschuiffaciliteit toe te kunnen passen voor zover de waarde van de aandelen ziet op ondernemingsvermogen. De langstlevende mag de aandelen niet toegerekend krijgen in het kader van de verdeling van de huwelijksgemeenschap.
-
Doeltreffendheid
De voorwaarden ten aanzien van de verkrijger (binnenlands belastingplichtig en aandelen mogen niet tot vermogen van onderneming of resultaat uit werkzaamheid gaan behoren) zijn doeltreffend, omdat anders de claim verloren gaat.
+ +
De termijn van twee jaren waarbinnen de faciliteit kan worden toegepast, acht ik te kort.
-
Doelmatigheid
Indien tot het vermogen van de kapitaalvennootschap beleggingsvermogen behoort, kunnen partijen ertoe worden aangezet de huwelijksgemeenschap reeds tijdens leven te ontbinden om de doorschuiffaciliteit te kunnen benutten. Dit leidt tot onnodige kosten.
- -
Het is een automatische doorschuifbepaling (met mogelijkheid tot afrekening op grond van art. 4.38 Wet IB 2001). De andere doorschuifbepalingen zijn op verzoek. Naar mijn mening is het duidelijker als alle doorschuifbepalingen op verzoek kunnen worden toegepast.
-
Art. 4.17a Wet IB 2001
Legitimiteit
Indien geen middelen beschikbaar zijn om de belastingheffing te voldoen, kan het nodig zijn de middelen aan `de vennootschap te onttrekken. Dit kan de continuïteit van de vennootschap nadelig beïnvloeden. Aldus is de doorschuiffaciliteit bezien vanuit de overdrager legitiem.
++
Vanuit de voortzetter bezien is de faciliteit alleen legitiem indien de verkrijging leidt tot een schuld aan de andere erfgenamen die direct opeisbaar is. Het effect is beperkt omdat de toepassing van een doorschuiffaciliteit alleen maar tot een lagere overnamesom leidt.
-
Indien als gevolg van het overlijden van de echtgenoot van de bestuursbevoegde ab-houder de aandelen toekomen aan deze bestuursbevoegde ab-houder is een doorschuiffaciliteit legitiem.
++
Neutraliteit
Voor ab-houders geldt geen algemene doorschuifmogelijkheid bij leven. Indien er geen mogelijkheid tot schenken is, bestaat de mogelijkheid dat wordt gewacht met de overdracht tot overlijden. Dit werkt verstorend.
- -
De doorschuiffaciliteit werkt verstorend omdat belastingplichtigen hun gedrag zodanig aanpassen dat sprake is van een kwalificerend aandelenbelang op het moment van overdracht.
- -
Doeltreffendheid
De continuïteit van de vennootschap is erbij gebaat als de middelen ter voldoening van de belastingclaim niet uit de vennootschap hoeven te worden gehaald.
++
De eis dat de vennootschap een materiële onderneming moet drijven of een medegerechtigdheid moet houden als bedoeld in art. 3.3, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 acht ik doeltreffend. Alleen in dat geval speelt het continuïteitsargument een rol.
++
Het uitsluiten van beleggingsvermogen draagt bij aan de doeltreffendheid van de bepaling. In principe is beleggingsvermogen vrij beschikbaar of kan beschikbaar worden gemaakt.
++
Vanuit de overdrager bezien is het type ab niet relevant. Het gaat om de continuïteit van de onderneming.
- -
Met de voorwaarde dat bij een overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel de afgifte plaats moet vinden binnen een bepaalde termijn na het overlijden van de erflater, kan ik instemmen.
+
De voorwaarde dat sprake moet zijn van een binnenlandse verkrijger en dat de aandelen niet mogen gaan behoren tot het vermogen van een voor zijn rekening gedreven onderneming dan wel tot het resultaat van een werkzaamheid is doeltreffend. De claim voor de Nederlandse overheid gaat anders verloren.
+
De uitsluiting van preferente aandelen acht ik niet doeltreffend. Het is voldoende als de kapitaalvennootschap gedurende bepaalde periode een materiële onderneming heeft gedreven. Er moeten wel eisen worden gesteld aan de verkrijger.
- -
De uitsluiting van een ab in een kapitaalvennootschap waarin een medegerechtigdheid wordt gehouden acht ik niet doeltreffend. Het is voldoende als de medegerechtigdheid gedurende een bepaalde periode is gehouden. Er moeten wel eisen worden gesteld aan de verkrijger.
- -
Doelmatigheid
Ook als er wel middelen in de nalatenschap aanwezig zijn om de belastingheffing te voldoen, kan de doorschuiffaciliteit worden toegepast. De kosten voor de overheid zijn dan hoger dan de opbrengsten. De faciliteit is wel doelmatiger geworden door beleggingsvermogen van de faciliteit uit te sluiten.
- -
Het onderscheid moeten maken op het moment van overlijden tussen ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen maakt de doorschuiffaciliteit ingewikkelder.
-
De uitsluiting van verschillende aandelenbelangen maakt de regeling gecompliceerd.
-
De beleggingsmarge van 5% van de waarde in het economische verkeer van het ondernemingsvermogen is doelmatig indien op het eerste gezicht duidelijk is dat weinig beleggingsvermogen aanwezig is. Dit weegt evenwel niet op tegen de kosten voor de overheid naarmate het ondernemingsvermogen toeneemt en dus ook het bedrag aan beleggingsvermogen dat op grond van de doelmatigheidsmarge als ondernemingsvermogen gaat kwalificeren.
- -
Ook ten aanzien van art. 4.17a, achtste lid, Wet IB 2001 zou vanuit doelmatigheidsoogpunt moeten gelden dat met de waardeontwikkeling tussen het moment van de ontbinding van de huwelijksgemeenschap door overlijden en de verdeling van de huwelijksgemeenschap (conform art. 4.17b Wet IB 2001) geen rekening hoeft te worden gehouden.
- -
Art. 4.17b Wet IB 2001
Legitimiteit
Nu een onderbedeling van een erfgenaam tot een nieuwe vervreemding leidt, kan een doorschuifbepaling niet ontbreken. Voor de eerdere overgang geldt op grond van art. 4.17a immers ook een doorschuifbepaling.
++
Zie de toetsing bij art. 4.17a Wet IB 2001. De overdrager is hier de onderbedeelde erfgenaam.
Doeltreffendheid
Zie de toetsing bij art. 4.17a Wet IB 2001.
De termijn van twee jaren waarbinnen de faciliteit kan worden toegepast, acht ik te kort.
-
Doelmatigheid
De doorschuiffaciliteit kan worden toegepast indien geen sprake is van liquiditeitsproblemen als gevolg van de belastingheffing. Zie ook de toetsing bij art. 4.17a Wet IB 2001.
- -
Dat op het moment van de verdeling van de nalatenschap niet opnieuw een onderscheid hoeft te worden gemaakt tussen ondernemings- en beleggingsvermogen acht ik doelmatig.
+
Art. 4.17c Wet IB 2001
Legitimiteit
Een schenking kan worden gepland. Dit betreft een bewuste keuze van de overdrager. Het is niet aan de overheid om hier in te grijpen. Ook vanuit de positie van overnemer is er geen reden om in te grijpen. Deze wordt alleen geconfronteerd met schenkbelasting.
- -
Neutraliteit
Een doorschuiffaciliteit bij schenking zorgt ervoor dat belastingplichtigen niet wachten tot het moment van overlijden alvorens over te dragen.
++
Niet iedere belastingplichtige verkeert in de situatie aandelen te kunnen schenken. In die situatie wordt de verstoring niet weggenomen. Belastingplichtigen stellen de overdracht dan wellicht toch uit tot het moment van overlijden.
- -
Doeltreffendheid
Met de doorschuiffaciliteit wordt voorkomen dat een abclaim tot liquiditeitsproblemen leidt.
++
De in art. 4.17c Wet IB 2001 opgenomen werknemerseis is niet doeltreffend. Er worden geen kwalitatieve of kwantitatieve eisen gesteld. Het is ook nog maar de vraag of zo veel waarde moet worden toegekend aan kennisoverdracht gedurende de driejaarsperiode.
-
Doelmatigheid
Ook als er wel middelen aanwezig zijn om de belastingheffing te voldoen, kan de doorschuiffaciliteit worden toegepast. De kosten voor de overheid zijn dan hoger dan de opbrengsten. De faciliteit is wel doelmatiger geworden door beleggingsvermogen van de faciliteit uit te sluiten.
- -
Het maken van onderscheid op het moment van overlijden tussen ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen maakt de doorschuiffaciliteit ingewikkelder.
-
De uitsluiting van verschillende aandelenbelangen maakt de regeling gecompliceerd.
-
De beleggingsmarge van 5% van de waarde in het economische verkeer van het ondernemingsvermogen is doelmatig indien op het eerste gezicht duidelijk is dat weinig beleggingsvermogen aanwezig is. Dit weegt evenwel niet op tegen de kosten voor de overheid naarmate het ondernemingsvermogen toeneemt en dus ook het bedrag aan beleggingsvermogen dat op grond van de doelmatigheidsmarge als ondernemingsvermogen gaat kwalificeren.
- -