Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 6.21 Samenstelling van samenstellen
Geldend
Geldend vanaf 23-10-2024
- Bronpublicatie:
08-10-2024, Stb. 2024, 303 (uitgifte: 22-10-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2024, Stb. 2024, 303 (uitgifte: 22-10-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Een motorschip dat zorgt voor de voortbeweging van een samenstel moet een vermogen hebben dat voldoende is om de goede manoeuvreerbaarheid daarvan te verzekeren.
2.
Behalve bij werkzaamheden, of bij het bieden van hulp aan een in nood verkerend schip, mag een motorschip slechts worden gebruikt om te slepen, te duwen of voor de voortbeweging van een gekoppeld samenstel te dienen, voor zover zulks is vermeld in het certificaat van onderzoek.
Wanneer in een duwstel of een gekoppeld samenstel één of meer schepen worden meegevoerd, mogen deze schepen zich zowel aan bakboordzijde als aan stuurboordzijde van het motorschip bevinden dat dient voor het voortbewegen van het samenstel.
3.
Een passagiersschip dat passagiers aan boord heeft mag niet gekoppeld varen. Het mag niet slepen of zich laten slepen, behalve ingeval het verhalen van een beschadigd schip zulks noodzakelijk maakt.