AB 2007, 25
Het opleggen van een bestuurlijke boete aan een decentrale overheid; toepasselijkheid van de Pikmeer-jurisprudentie.
ABRvS 22-11-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AZ2782, m.nt. A.P.W. Duijkersloot, R. Ortlep
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 november 2006
- Magistraten
Mrs.Vlasblom, Zwart, Van Muijen
- Zaaknummer
200600200/1.
- Noot
A.P.W. Duijkersloot, R. Ortlep
- LJN
AZ2782
- JCDI
JCDI:ADS867651:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AZ2782, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑11‑2006
- Wetingang
Awb art. 8:69 lid 2; Gem.w art. 173 lid 1; Gem.w art. 173 lid 2; Arbowet 1998 art. 16 lid 10; Arbowet 1998 art. 32 lid 1; Arbowet 1998 art. 32 lid 2; Arbobesl. art. 1.17; Arbobesl. art. 3.17; Arbobesl. Art. 9.9.c lid 1 aanhef en onder c
Essentie
Het opleggen van een bestuurlijke boete aan een decentrale overheid; toepasselijkheid van de Pikmeer-jurisprudentie.
Samenvatting
De door de Hoge Raad ontwikkelde rechtspraak inzake strafrechtelijke immuniteit heeft betrekking op het opleggen van strafrechtelijke sancties. Aangezien het bestreden besluit strekt tot handhaving van een aan appellante opgelegde bestuurlijke boete, dient zich de vraag aan of die rechtspraak ook toepassing moet vinden op het opleggen van een zodanige boete. In dat verband dient in ogenschouw te worden genomen dat sedert de uitspraak van de Hoge Raad van 6 januari 1998, NJ 1998, 369 (Pikmeer Ⅱ), het leerstuk van de strafrechtelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.