NJ 1998, 369
WOTS / Nederlandse rechter had gelet op verweer met betrekking tot mogelijke vervroegde invrijheidstelling in Duitsland na ommekomst helft daar opgelegde straf moeten onderzoeken of B. door in Nederland opgelegde straf (3 jaar) niet in nadeliger positie zou geraken
HR 16-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0883
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Orie
- Zaaknummer
106312W
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
ZD0883
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0883, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑1997
- Wetingang
Sr art. 15 lid 2; Europees Verdrag overbrenging gevonniste personen art. 11 lid 1 onder d; WOTS art. 31; Uitv.overeenkomst Akkoord van Schengen art. 68; Uitv.overeenkomst Akkoord van Schengen art. 69
Essentie
WOTS. Nederlandse rechter had gelet op verweer met betrekking tot mogelijke vervroegde invrijheidstelling in Duitsland na ommekomst helft van de daar opgelegde straf (3 jaar) moeten onderzoeken of B. door de in Nederland opgelegde straf (3 jaar) niet in een nadeliger positie zou geraken.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 5 februari 1997 omtrent een verzoek van de Duitse autoriteiten tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen A.H.B., te Rotterdam, adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Rechtbank:
Uitspraak
De Rechtbank heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.