Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 40 Aanvullende regels inzake de delegatie van officiële controletaken en taken in verband met andere officiële activiteiten
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Inwerkingtreding
17-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Bevoegde autoriteiten kunnen bepaalde officiële controletaken en bepaalde taken in verband met andere officiële activiteiten enkel delegeren aan controleorganen indien aan de volgende voorwaarden, naast die van hoofdstuk III van Verordening (EU) 2017/625, is voldaan:
- a)
de delegatie omvat een gedetailleerde beschrijving van de gedelegeerde officiële controletaken en taken in verband met andere officiële activiteiten, waaronder rapportageverplichtingen en andere specifieke verplichtingen, en van de voorwaarden waaronder het controleorgaan die mag uitvoeren. Het controleorgaan overlegt ter voorafgaande goedkeuring aan de bevoegde autoriteiten met name het volgende:
- i)
zijn risicobeoordelingsprocedure, aan de hand waarvan met name de intensiteit en de frequentie van de controles op de naleving door de exploitanten of groepen exploitanten wordt bepaald, die wordt ingesteld op basis van de in artikel 9 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde elementen en van artikel 38 van deze verordening, en die moet worden gevolgd voor officiële controles van exploitanten of groepen exploitanten;
- ii)
de geldende standaardcontroleprocedure, die een gedetailleerde beschrijving bevat van de controlemaatregelen die het controleorgaan op de aan zijn controles onderworpen exploitanten en groepen exploitanten zal toepassen;
- iii)
een lijst van maatregelen, conform de in artikel 41, lid 4, bedoelde gemeenschappelijke catalogus, die moeten worden toegepast op exploitanten en groepen exploitanten in gevallen van vermeende of vastgestelde niet-naleving;
- iv)
de regelingen voor het doeltreffend toezicht op en de rapportage over de officiële controletaken en taken in verband met andere officiële activiteiten die zijn verricht ten aanzien van exploitanten en groepen exploitanten.
Latere wijzigingen van de in punten i) tot en met iv) bedoelde elementen worden door het controleorgaan aan de bevoegde autoriteit gemeld;
- b)
deze bevoegde autoriteiten beschikken over procedures en regelingen om toezicht op de controleorganen uit te oefenen, onder meer om na te gaan of de gedelegeerde taken doeltreffend, onafhankelijk en objectief worden uitgevoerd, met name wat betreft de intensiteit en de frequentie van de controle op de naleving.
De bevoegde autoriteiten organiseren ten minste eenmaal per jaar overeenkomstig artikel 33, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 audits van de controleorganen waaraan zij officiële controletaken of taken in verband met andere officiële activiteiten hebben gedelegeerd.
2.
In afwijking van artikel 31, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625, kunnen bevoegde autoriteiten het besluit over hun taken, als vermeld in artikel 138, lid 1, onder b), en artikel 138, leden 2 en 3, van die verordening, aan een controleorgaan delegeren.
3.
Met het oog op de toepassing van artikel 29, onder b), iv), van Verordening (EU) 2017/625 is de voor het toepassingsgebied van deze verordening relevante norm voor de delegatie van bepaalde officiële controletaken en bepaalde taken in verband met andere officiële activiteiten voor de controle op de naleving van deze verordening, de meest recente versie van de internationale geharmoniseerde norm ‘Conformiteitsbeoordeling — Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten’, waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt.
4.
De volgende officiële controletaken en taken in verband met andere officiële activiteiten worden door bevoegde autoriteiten niet aan controleorganen gedelegeerd:
- a)
het toezicht op en de audit van andere controleautoriteiten of controleorganen;
- b)
de bevoegdheid om afwijkingen toe te staan, behalve voor het gebruik van niet uit biologische productie verkregen plantaardig teeltmateriaal;
- c)
de bevoegdheid om de in artikel 34, lid 1, van deze verordening bedoelde kennisgeving van activiteiten van exploitanten of groepen exploitanten te ontvangen;
- d)
de beoordeling van de waarschijnlijkheid van niet-naleving van de voorschriften van deze verordening die de frequentie bepalen van de overeenkomstig artikel 54 van Verordening (EU) 2017/625 uit te voeren fysieke controles van zendingen biologische goederen vóór de vrijgave ervan voor vrij verkeer in de Unie;
- e)
de opstelling van de in artikel 41, lid 4, van deze verordening bedoelde gemeenschappelijke catalogus van maatregelen.
5.
De bevoegde autoriteiten delegeren geen officiële controletaken of taken in verband met andere officiële activiteiten aan natuurlijke personen.
6.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat zij de informatie die zij op grond van artikel 32 van Verordening (EU) 2017/625 van de controleorganen hebben ontvangen, en de informatie over de door de controleorganen toegepaste maatregelen in geval van vastgestelde of waarschijnlijke niet-naleving, verzamelen en gebruiken om toezicht te houden op de activiteiten van die controleorganen.
7.
Indien een bevoegde autoriteit de delegatie van bepaalde officiële controletaken of bepaalde taken in verband met andere officiële activiteiten overeenkomstig artikel 33, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 volledig of gedeeltelijk heeft ingetrokken, neemt zij een beslissing over de geldigheid van de door de betrokken controleorganen vóór de datum van die gedeeltelijke of volledige intrekking afgegeven certificaten, en stelt zij de betrokken exploitanten van die beslissing in kennis.
8.
Onverminderd artikel 33, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 mogen de bevoegde autoriteiten, alvorens zij de delegatie van officiële controletaken of taken in verband met andere officiële activiteiten geheel of gedeeltelijk intrekken in de in dat punt bedoelde gevallen, die delegatie geheel of gedeeltelijk schorsen:
- a)
voor een periode van ten hoogste twaalf maanden, tijdens welke het controleorgaan de tijdens audits en inspecties geconstateerde tekortkomingen dient te verhelpen of gevallen van niet-naleving dient aan te pakken waarover informatie is uitgewisseld met andere controleautoriteiten, controleorganen en bevoegde autoriteiten, alsmede overeenkomstig artikel 43 van deze verordening met de Commissie, of
- b)
voor de periode tijdens welke de accreditatie bedoeld in artikel 29, onder b), iv), van Verordening (EU) 2017/625, in samenhang met artikel 40, lid 3, van deze verordening, is geschorst.
In geval van schorsing van de delegatie inzake officiële controletaken of taken in verband met andere officiële activiteiten geven de betrokken controleorganen geen in artikel 35 bedoelde certificaten af voor die delen waarvoor de delegatie is geschorst. De bevoegde autoriteiten nemen een besluit over de geldigheid van door de betrokken controleorganen vóór die gedeeltelijke of volledige schorsing afgegeven certificaten, en stellen de betrokken exploitanten van dat besluit in kennis.
Onverminderd artikel 33 van Verordening (EU) 2017/625 heffen de bevoegde autoriteiten de schorsing van de delegatie van officiële controletaken of taken in verband met andere officiële activiteiten zo spoedig mogelijk op zodra het controleorgaan de in punt a) van de eerste alinea bedoelde tekortkomingen of gevallen van niet-naleving heeft verholpen, of zodra het accreditatieorgaan de schorsing van de in punt b) van de eerste alinea bedoelde accreditatie heeft opgeheven.
9.
Wanneer een controleorgaan waaraan bevoegde autoriteiten bepaalde officiële controletaken of bepaalde taken in verband met andere officiële activiteiten hebben gedelegeerd, eveneens overeenkomstig artikel 46, lid 1, van deze verordening door de Commissie is erkend voor het uitvoeren van controleactiviteiten in derde landen, en de Commissie voornemens is de erkenning van dat controleorgaan in te trekken of dat reeds heeft gedaan, organiseren de bevoegde autoriteiten audits of inspecties met betrekking tot de activiteiten van het controleorgaan in de betrokken lidstaat of lidstaten, overeenkomstig artikel 33, onder a), van Verordening (EU) 2017/625.
10.
De controleorganen zenden de bevoegde autoriteiten het volgende toe:
- a)
uiterlijk op 31 januari van elk jaar, een lijst van de exploitanten die op 31 december van het voorgaande jaar aan hun controles waren onderworpen, en
- b)
uiterlijk op 31 maart van elk jaar, informatie over de in het voorgaande jaar verrichte officiële controles en andere officiële activiteiten, ter ondersteuning van het opstellen van het gedeelte over biologische productie en de etikettering van biologische producten van het jaarverslag als bedoeld in artikel 113 van Verordening (EU) 2017/625.
11.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 gedelegeerde handelingen ter aanvulling van deze verordening vast te stellen wat betreft voorwaarden voor de delegatie van officiële controletaken en taken in verband met andere officiële activiteiten aan controleorganen in aanvulling op de in lid 1 van dit artikel neergelegde voorwaarden.