Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 41 Aanvullende regels inzake maatregelen in geval van de vermeende of vastgestelde niet-naleving en gemeenschappelijke lijst van maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2021, L 47).
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Inwerkingtreding
17-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Behoudens artikel 29, indien een bevoegde autoriteit of, in voorkomend geval, een controleautoriteit of controleorgaan een vermoeden heeft of gestaafde informatie ontvangt, waaronder informatie van andere bevoegde autoriteiten of in voorkomend geval van andere controleautoriteiten of controleorganen, dat een exploitant voornemens is een product te gebruiken of in de handel te brengen dat mogelijk niet conform deze verordening is maar waarop termen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode, of indien een dergelijke bevoegde autoriteit, een dergelijke controleautoriteit of een dergelijk controleorgaan van een vermoeden van niet-naleving overeenkomstig artikel 27 door een exploitant in kennis wordt gesteld:
- a)
stelt deze autoriteit of dit orgaan onmiddellijk een officieel onderzoek in overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, teneinde de naleving van de voorschriften van deze verordening te controleren; dit onderzoek dient zo snel mogelijk, binnen een redelijke termijn, te worden voltooid waarbij rekening wordt gehouden met de houdbaarheid van het product en de complexiteit van de zaak.
- b)
verbiedt deze autoriteit of dit orgaan voorlopig het in de handel brengen van zowel de betrokken producten als biologische of omschakelingsproducten als het gebruik ervan in de biologische productie, in afwachting van de resultaten van het in punt a) bedoelde onderzoek. Alvorens een dergelijke beslissing te nemen geeft de bevoegde autoriteit of, in voorkomend geval, de controleautoriteit of het controleorgaan, de exploitant de gelegenheid te reageren.
2.
Indien uit het in lid 1, onder a), bedoelde onderzoek geen niet-naleving blijkt die de integriteit van biologische of omschakelingsproducten aantast, krijgt de exploitant de toestemming de betrokken producten te gebruiken of ze in de handel te brengen als biologische of omschakelingsproducten.
3.
De lidstaten nemen maatregelen en voorzien in de nodige sancties om frauduleus gebruik van de in hoofdstuk IV van deze verordening bedoelde aanduidingen te voorkomen.
4.
De bevoegde autoriteiten verstrekken een gemeenschappelijke lijst van de op hun grondgebied door controleautoriteiten en controleorganen toe te passen maatregelen bij gevallen van vermeende en vastgestelde niet-naleving.
5.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen om uniforme regelingen te preciseren voor de gevallen waarin bevoegde autoriteiten maatregelen moeten nemen met betrekking tot vermeende of vastgestelde niet-naleving.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 55, lid 2.