RBP 2018/56
Mondelinge uitspraak. Mondelinge uitspraak: wat is de verhouding tussen de bestaande praktijk en art. 30p Rv?
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:684
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/05836
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS929157:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:684, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:300, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑12‑2017
- Wetingang
Art. 30p Rv
Essentie
Mondelinge uitspraak.
Mondelinge uitspraak: wat is de verhouding tussen de bestaande praktijk en art. 30p Rv? De Hoge Raad geeft regels voor mondelinge uitspraken.
Samenvatting
Bij de mondelinge behandeling van een verzoek van de officier van justitie tot het doen voortduren van het verblijf van betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis (art. 2 lid 1 Wet Bopz) zijn onder meer aanwezig de betrokkene en zijn advocaat. De officier van justitie is niet aanwezig. Aan het slot van de behandeling doet de rechter mondeling uitspraak en wijst het verzoek toe door op het verzoekschrift te vermelden: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.