Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/289
HR ambtshalve. Middelen zonder ‘therapeutische’ werking kunnen niet worden gekwalificeerd als geneesmiddel.
HR 09-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:217
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/00482
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:217, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2015
Essentie
HR ambtshalve. Middelen zonder ‘therapeutische’ werking kunnen niet worden gekwalificeerd als geneesmiddel.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 januari 2014, nummer 22/004111-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. M. van Stratum, te ’s-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof Den Haag, meervoudige kamer voor strafzaken, heeft bij arrest van 21 januari 2014 de verdachte wegens
- 1., 4. en 5.
“opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd”,
- 2.
“deelneming aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.