Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/282
Bestuurdersaansprakelijkheid. Art. 2:248 BW. Motivering onbehoorlijke taakvervulling. Kostenveroordeling bij incidenteel beroep.
HR 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:233
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
14/06102
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:233, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2290, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2015
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Art. 2:248 BW. Motivering onbehoorlijke taakvervulling. Kostenveroordeling bij incidenteel beroep.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. R.P.J.L. Tjittes,
tegen
Mr. John Alfred Velenturf, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V., verweerder in cassatie, adv.: mr. M.B.A. Alkema.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J.B.M.M. Wuisman:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:(1.)
- (i)
Bij overeenkomst van 20 februari 2008(2.) zijn [B] B.V. en [C] B.V. met terugwerkende kracht per 1 juli 2007 een maatschap aangegaan onder de naam [D] (hierna: de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.