Einde inhoudsopgave
Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht (V)
Volkshuisvesting en wonen / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In of bij de aanvraag voor de in artikel 8 van de wet bedoelde vergunning worden de volgende gegevens verstrekt:
- a.
naam, post- en e-mailadres en telefoonnummer van de tunnelbeheerder;
- b.
de kadastrale aanduiding en de ligging van de tunnel;
- c.
de naam en de aard van de tunnel.
2.
Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overgelegd:
- a.
het tunnelveiligheidsplan, bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de wet;
- b.
het advies van de veiligheidsbeambte over het tunnelveiligheidsplan en dat over het samenstel van documenten bedoeld in artikel 7.15, eerste lid, onder b, van de Omgevingsregeling waarmee een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet aangevraagd zal worden;
- c.
het veiligheidsbeheerplan, bedoeld in artikel 7 van de wet;
- d.
het advies van de veiligheidsbeambte over het openstellen voor het verkeer van de tunnel.
3.
Op verzoek van het bevoegde college van burgemeester en wethouders verstrekt de aanvrager tevens nadere gegevens en bescheiden voor zover die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn.