JWB 2014/389:Internationaal privaatrecht, bevoegdheid, gezag, vervangende toestemming, paspoort

JWB 2014/389

Internationaal privaatrecht, bevoegdheid, gezag, vervangende toestemming, paspoort

Documentgegevens:

HR 31-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3070

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 31 oktober 2014
Zaaknummer: 14/00819
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:3070, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1739, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑02‑2014
Wetingang: Art. 34 Paspoortwet, Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (HKbV 1996), art. 1 Rv, art. 5 Rv, art. 9 sub b Rv

Essentie

Samenvatting

Casus

De verzoeker tot cassatie is met de verweerster in cassatie in de Dominicaanse Republiek getrouwd. De verweerster in cassatie is de moeder van een kind dat door de verzoeker tot cassatie na de huwelijkssluiting is erkend. De verzoeker tot cassatie bezit de Nederlandse nationaliteit. Het kind heeft de Nederlandse en de Dominicaanse nationaliteit. Het kind heeft zijn gewone verblijfplaats bij zijn grootmoeder in de Dominicaanse Republiek. De verzoeker tot cassatie heeft zich tot de Nederlandse rechter gewend en verzocht om op de voet van art. 34 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.