Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 127 Omvang van de overgang
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tenzij in dit akkoord anders is bepaald, is tijdens de overgangsperiode het recht van de Unie van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk.
De volgende bepalingen van de Verdragen en door de instellingen, organen en instanties van de Unie vastgestelde handelingen zijn echter tijdens de overgangsperiode niet van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk:
- a)
bepalingen van de Verdragen en handelingen die, krachtens Protocol (nr. 15) betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Protocol (nr. 19) betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis of Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, of krachtens de bepalingen van de Verdragen inzake nauwere samenwerking, vóór de datum van inwerkingtreding van dit akkoord niet bindend waren voor en in het Verenigd Koninkrijk, alsook handelingen tot wijziging van die handelingen;
- b)
Artikel 11, lid 4, VEU, Artikel 20, lid 2, onder b), Artikel 22 en Artikel 24, eerste alinea, VWEU, de Artikelen 39 en 40 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en de op basis van die bepalingen vastgestelde handelingen.
2.
Ingeval de Unie en het Verenigd Koninkrijk een akkoord over hun toekomstige betrekkingen op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en dat van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid bereiken dat tijdens de overgangsperiode van toepassing wordt, zijn hoofdstuk 2 van titel V van het VWEU en de op basis van die bepalingen vastgestelde handelingen niet meer van toepassing op het Verenigd Koninkrijk vanaf de datum waarop dat akkoord van toepassing wordt.
3.
Tijdens de overgangsperiode heeft het krachtens lid 1 toepasselijke recht van de Unie ten aanzien van en in het Verenigd Koninkrijk dezelfde rechtsgevolgen als in de Unie en haar lidstaten en wordt dit recht overeenkomstig dezelfde methoden en algemene beginselen uitgelegd en toegepast als die welke in de Unie toepasselijk zijn.
4.
Het Verenigd Koninkrijk neemt niet deel aan nauwere samenwerking:
- a)
waarvoor toestemming werd verleend na de datum van inwerkingtreding van dit akkoord; of
- b)
in het kader waarvan geen handelingen werden vastgesteld voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit akkoord.
5.
Met betrekking tot maatregelen die strekken tot wijziging, verdere ontwikkeling of vervanging van een bestaande maatregel die is vastgesteld krachtens titel V van het derde deel van het VWEU en waaraan het Verenigd Koninkrijk voor de datum van inwerkingtreding van dit akkoord is gebonden, blijven tijdens de overgangsperiode Artikel 5 van Protocol (nr. 19) betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis en Artikel 4 bis van Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht mutatis mutandis van toepassing. Het Verenigd Koninkrijk heeft echter niet het recht te kennen te geven dat het wenst deel te nemen aan de toepassing van andere nieuwe maatregelen krachtens titel V van het derde deel van het VWEU dan de maatregelen bedoeld in Artikel 4 bis van Protocol nr. 21.
Ter ondersteuning van de verdere samenwerking tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk, volgens de in de desbetreffende maatregelen vervatte voorwaarden voor samenwerking met derde landen, kan de Unie het Verenigd Koninkrijk uitnodigen om samen te werken in verband met nieuwe maatregelen die worden vastgesteld uit hoofde van titel V van het derde deel van het VWEU.
6.
Tenzij anders is bepaald in dit akkoord, worden verwijzingen naar de lidstaten in het krachtens lid 1 toepasselijke recht van de Unie, met inbegrip van de wijze waarop het door de lidstaten ten uitvoer wordt gelegd en toegepast, tijdens de overgangsperiode zodanig begrepen dat deze het Verenigd Koninkrijk omvatten.
7.
In afwijking van lid 6:
- a)
worden voor de doeleinden van Artikel 42, lid 6, en Artikel 46 VEU en van Protocol (nr. 10) betreffende de permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij Artikel 42 VEU, verwijzingen naar de lidstaten zodanig begrepen dat deze het Verenigd Koninkrijk niet omvatten. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat het Verenigd Koninkrijk wordt verzocht om als derde land deel te nemen aan individuele projecten onder de in Besluit (GBVB) 2017/2315 van de Raad (1) beschreven voorwaarden, bij wijze van uitzondering, of aan andere vormen van samenwerking, voor zover toegestaan en onder de voorwaarden vervat in toekomstige handelingen van de Unie die zijn vastgesteld op basis van Artikel 42, lid 6, en Artikel 46 VEU;
- b)
worden, als handelingen van de Unie voorzien in de deelname van de lidstaten, onderdanen van de lidstaten of in een lidstaat verblijvende of daar gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen aan een informatie-uitwisseling, procedure of programma waarmee na het einde van de overgangsperiode wordt verdergegaan of begonnen en als een dergelijke deelname toegang zou verlenen tot gevoelige informatie met betrekking tot de veiligheid waarvan alleen de lidstaten, onderdanen van de lidstaten of in een lidstaat verblijvende of daar gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen kennis dienen te hebben, gezien de uitzonderlijkheid van deze omstandigheden, de verwijzingen naar de lidstaten in dergelijke handelingen van de Unie zodanig begrepen dat deze het Verenigd Koninkrijk niet omvatten. De Unie stelt het Verenigd Koninkrijk ervan in kennis wanneer deze afwijking wordt toegepast;
- c)
worden, voor de doeleinden van de aanwerving van ambtenaren en andere personeelsleden van de instellingen, organen en instanties van de Unie, alle verwijzingen naar de lidstaten in Artikel 27 en Artikel 28, onder a), van het Statuut en in Artikel 1 van bijlage X daarbij, en in de Artikelen 12, 82 en 128 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, of in de desbetreffende bepalingen van andere personeelsregelingen die van toepassing zijn op die instellingen, organen en instanties, zodanig begrepen dat deze het Verenigd Koninkrijk niet omvatten.
Voetnoten
Besluit (GBVB) 2017/2315 van de Raad van 11 december 2017 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 57).