Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/637
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. hennepteelt (art. 3 onder B Opiumwet). Dubbel verstek. Geen afschrift dagvaarding in hoger beroep verzonden naar raadsman van verdachte, art. 48 Sv. Rijst uit de aan schriftuur gehechte stelbrief (die zich niet bij stukken bevindt en waaraan geen bewijs van verzending is gehecht) het ernstige vermoeden dat zich in h.b. raadsman heeft gesteld? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 30-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:810
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/04447
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:810, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:397, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2023
Essentie
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. hennepteelt (art. 3 onder B Opiumwet). Dubbel verstek. Geen afschrift dagvaarding in hoger beroep verzonden naar raadsman van verdachte, art. 48 Sv. Rijst uit de aan schriftuur gehechte stelbrief (die zich niet bij stukken bevindt en waaraan geen bewijs van verzending is gehecht) het ernstige vermoeden dat zich in h.b. raadsman heeft gesteld? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/04447
Datum 30 mei 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.