Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/638
Witwassen geldbedrag van € 145.000 (art. 420bis lid 1 sub b Sr). Vrijspraak in eerste aanleg. Is in wasmand in woning van verdachte aangetroffen geldbedrag afkomstig uit enig misdrijf? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2019/298, m.b.t. bewijs van bestanddeel ‘afkomstig is uit enig misdrijf’ in witwasbepalingen. ’s Hofs oordeel dat voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring van verdachte over herkomst van geldbedrag (verdachte heeft geldbedrag in bewaring gekregen van A, die geld had geleend aan B maar inmiddels heeft teruggekregen) niet aannemelijk is geworden, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Hof heeft daaraan immers ten grondslag gelegd dat verdachte wisselend heeft verklaard over de herkomst en de omvang van geldbedrag, verklaring van getuige A een aantal tegenstrijdigheden bevat over de reden dat hij geldbedrag aan verdachte in bewaring heeft gegeven en verklaringen van getuige A en getuige B over de verstrekte lening een groot aantal discrepanties bevatten. Volgt verwerping.
HR 30-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:772
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/00257
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:772, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:550, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2023
Essentie
Witwassen geldbedrag van € 145.000 (art. 420bis lid 1 sub b Sr). Vrijspraak in eerste aanleg. Is in wasmand in woning van verdachte aangetroffen geldbedrag afkomstig uit enig misdrijf? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2019/298, m.b.t. bewijs van bestanddeel ‘afkomstig is uit enig misdrijf’ in witwasbepalingen. ’s Hofs oordeel dat voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring van verdachte over herkomst van geldbedrag (verdachte heeft geldbedrag in bewaring gekregen van A, die geld had geleend aan B maar inmiddels heeft teruggekregen) niet aannemelijk is geworden, getuigt niet van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.