Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/623
Procesrecht. Rechterswisseling tussen mondelinge behandeling en voortgezette mondelinge behandeling. Schending onmiddellijkheidsbeginsel?
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:826
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03870
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:826, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:395, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2023
Essentie
Procesrecht. Rechterswisseling tussen mondelinge behandeling en voortgezette mondelinge behandeling. Schending onmiddellijkheidsbeginsel?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03870
Datum 2 juni 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
1. RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ZUIDWEST NEDERLAND, gevestigd te Middelburg,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de Raad,
niet verschenen,
Belanghebbenden:
2. [de vader],
wonende te [woonplaats],
hierna: de vader,
3. LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING EN RECLASSERING,
gevestigd te Eindhoven,
hierna: de GI.