Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
3.9 Opheffen ongewenstverklaring bij het aantreffen aan de grens bij uitreis of binnen Nederland
Geldend
Geldend vanaf 07-03-2023
- Bronpublicatie:
13-02-2023, Stcrt. 2023, 4772 (uitgifte: 17-02-2023, regelingnummer: WBV 2023/4)
- Inwerkingtreding
07-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2023, Stcrt. 2023, 4772 (uitgifte: 17-02-2023, regelingnummer: WBV 2023/4)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen verricht bij een vreemdeling die onderdaan is van een derde land, gesignaleerd staat en die in het kader van binnenlands toezicht of bij controle op uitreis wordt aangetroffen in ieder geval de handelingen zoals beschreven in paragraaf A2/12.4.3 Vc. Voor het opleggen van een inreisverbod is paragraaf A4/2 Vc van overeenkomstige toepassing.
Als de IND de ongewenstverklaring opheft, legt de IND een zwaar inreisverbod op als wordt voldaan aan de voorwaarden.
Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor een zwaar inreisverbod, legt de IND een licht inreisverbod op in de volgende situaties:
- ā¢
als de vreemdeling niet al twee jaar buiten de EU/EER/Zwitserland heeft verbleven, legt de IND een inreisverbod met een duur van twee jaar op; of
- ā¢
als de vreemdeling minstens twee jaar buiten de EU/EER/Zwitserland heeft verbleven, heft de IND de ongewenstverklaring op en legt de IND geen licht inreisverbod op, behalve als er gronden zijn voor het opleggen van een nieuw inreisverbod.