NJB 2024/1889
Art. 1 lid 2 Sr en wijziging van de toepasselijke regels van sanctierecht, namelijk art. 38v Sr: in casu is het bewezenverklaarde feit, dat door het hof als één misdrijf is gekwalificeerd, mede vóór 1 april 2012 begaan; aldus heeft het hof miskend dat genoemde bepaling buiten toepassing moet blijven. De Hoge Raad merkt verder op dat de rechtspraak van HR 23 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:79 en ECLI:NL:HR:2018:80, voor zover hier van belang, inhoudt dat een voor de verdachte nadelige wijziging van de toepasselijke regels van het sanctierecht buiten toepassing moet blijven als het bewezenverklaarde feit één (voortdurend) delict betreft en dat feit mede voor de inwerkingtreding van die wijziging is begaan. De Hoge Raad zet voorts uiteen wat geldt in het geval dat de bewezenverklaring niet één, maar meerdere delicten omvat.
HR 10-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1151
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
22/01648
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1151, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:575, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑05‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑10‑2022
- Wetingang
(art. 38v Sr)
Essentie
Art. 1 lid 2 Sr en wijziging van de toepasselijke regels van sanctierecht, namelijk art. 38v Sr: in casu is het bewezenverklaarde feit, dat door het hof als één misdrijf is gekwalificeerd, mede vóór 1 april 2012 begaan; aldus heeft het hof miskend dat genoemde bepaling buiten toepassing moet blijven. De Hoge Raad merkt verder op dat de rechtspraak van HR 23 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:79 en ECLI:NL:HR:2018:80, voor zover hier van belang, inhoudt dat een voor de verdachte nadelige wijziging van de toepasselijke regels van het sanctierecht buiten toepassing moet blijven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.