Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica
Artikel 6 Samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 14-01-1998
- Bronpublicatie:
04-10-1991, Trb. 1992, 110 (uitgifte: 31-07-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-1998, Trb. 1998, 176 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
1.
De Partijen werken samen bij het plannen en uitvoeren van activiteiten in het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is. Hiertoe streeft elke Partij ernaar:
- a.
samenwerkingsprogramma's van wetenschappelijke, technische en educatieve waarde, betreffende de bescherming van het Antarctisch milieu en de daarvan afhankelijke en daarmee samenhangende ecosystemen, te bevorderen;
- b.
andere Partijen gepaste bijstand te verlenen bij het opstellen van milieu-effectrapportages;
- c.
andere Partijen op verzoek informatie te verstrekken inzake een mogelijk risico voor het milieu en bijstand te verlenen om de eventueel schadelijke gevolgen van ongevallen voor het Antarctisch milieu en de daarvan afhankelijke en daarmee samenhangende ecosystemen, tot een minimum te beperken;
- d.
in overleg te treden met andere Partijen inzake de keuze van plaatsen voor toekomstige stations en andere faciliteiten ten einde cumulatieve effecten ten gevolge van een uitzonderlijk hoge concentratie hiervan op één plaats te vermijden;
- e.
eventueel gezamenlijk expedities te ondernemen en het gebruik van stations en andere faciliteiten te delen; en
- f.
de stappen te ondernemen die worden overeengekomen in de Consultatieve Vergaderingen van het Verdrag inzake Antarctica.
2.
Elke Partij verbindt zich, voor zover mogelijk, tot het delen van informatie die nuttig kan zijn voor andere Partijen bij het plannen en uitvoeren van hun activiteiten in het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is, om het Antarctisch milieu en de daarvan afhankelijke en daarmee samenhangende ecosystemen te beschermen.
3.
De Partijen werken samen met de Partijen die jurisdictie uitoefenen in de aan het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is grenzende gebieden, ten einde te verzekeren dat activiteiten in het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is, geen nadelige effecten hebben voor het milieu in die gebieden.