Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica
Aanhangsel
Geldend
Geldend vanaf 14-01-1998
- Bronpublicatie:
04-10-1991, Trb. 1992, 110 (uitgifte: 31-07-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-1998, Trb. 1998, 176 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
bij het Protocol
Arbitrage
Artikel 1
1
Het scheidsgerecht wordt ingesteld en functioneert overeenkomstig dit Protocol, met inbegrip van dit Aanhangsel.
2
De in dit Aanhangsel bedoelde Secretaris is de Secretaris-Generaal van het Permanente Hof van Arbitrage.
Artikel 2
1
Elke Partij heeft het recht maximaal drie arbiters aan te wijzen, van wie ten minste een wordt aangewezen binnen drie maanden nadat dit Protocol voor die Partij in werking treedt. Elke arbiter dient ervaring te hebben met Antarctische aangelegenheden, te beschikken over grondige kennis van het internationale recht en in hoog aanzien te staan wat rechtvaardigheid, bekwaamheid en integriteit aangaat. De namen van de aldus aangewezen personen vormen de lijst van arbiters. Elke Partij handhaaft te allen tijde de naam van ten minste een arbiter op de lijst.
2
Behoudens het derde lid hieronder blijft een door een Partij aangewezen arbiter voor een tijdvak van vijf jaar op de lijst en kan opnieuw door die Partij worden aangewezen voor verdere tijdvakken van vijf jaar.
3
Een Partij die een arbiter heeft aangewezen kan de naam van die arbiter van de lijst verwijderen. Indien een arbiter overlijdt of indien om enige reden een Partij de naam van een door haar aangewezen arbiter van de lijst verwijdert, stelt deze Partij de Secretaris hiervan onverwijld in kennis. Een arbiter wiens naam van de lijst is verwijderd, blijft zitting hebben in elk scheidsgerecht waarin hij is benoemd, tot de beëindiging van de procedures voor het scheidsgerecht.
4
De Secretaris draagt er zorg voor dat een bijgewerkte lijst van de ingevolge dit artikel aangewezen arbiters wordt aangehouden.
Artikel 3
1
Het scheidsgerecht is samengesteld uit drie arbiters, die als volgt worden benoemd:
- a.
De partij bij het geschil die de procedure begint, benoemt een arbiter, die haar onderdaan mag zijn, uit de in artikel 2 bedoelde lijst. Deze benoeming wordt opgenomen in de kennisgeving bedoeld in artikel 4.
- b.
Binnen veertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving benoemt de andere partij bij het geschil de tweede arbiter, die haar onderdaan mag zijn, door een keuze uit de in artikel 2 bedoelde lijst.
- c.
Binnen zestig dagen na de benoeming van de tweede arbiter, benoemen de partijen bij het geschil in onderlinge overeenstemming de derde arbiter door een keuze uit de lijst bedoeld in artikel 2. De derde arbiter mag geen onderdaan zijn van en niet voor de in artikel 2 bedoelde lijst zijn aangewezen door een partij bij het geschil, en mag niet dezelfde nationaliteit hebben als een van de eerste twee arbiters. De derde arbiter is voorzitter van het scheidsgerecht.
- d.
Indien de tweede arbiter niet binnen het voorgeschreven tijdvak is benoemd, of indien de partijen bij het geschil niet binnen het voorgeschreven tijdvak overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van de derde arbiter, wordt, op verzoek van een der partijen bij het geschil, de benoeming van de arbiter of de arbiters verricht door de President van het Internationale Gerechtshof, door een keuze uit de in artikel 2 bedoelde lijst, met inachtneming van de voorwaarden gesteld in de letters b en c hierboven, binnen dertig dagen nadat de President dit verzoek heeft ontvangen. Bij het uitvoeren van de in deze letter aan hem of haar toebedeelde taken, treedt de President van het Hof in overleg met de partijen bij het geschil.
- e.
Indien de President van het Internationale Gerechtshof niet in staat is de taken die hem of haar in letter d hierboven zijn toebedeeld, uit te voeren of indien deze een onderdaan is van een partij bij het geschil, worden de taken uitgevoerd door de Vice-President van het Hof, behalve indien de Vice-President niet in staat is deze taken uit te voeren dan wel een onderdaan is van een partij bij het geschil, in welk geval de taken worden uitgevoerd door het lid van het Hof dat het hoogste is in anciënniteit en dat beschikbaar is en geen onderdaan is van een partij bij het geschil.
2
Elke vacature wordt vervuld op de voor de oorspronkelijke benoeming voorgeschreven wijze.
3
Bij elk geschil waarbij meer dan twee partijen zijn betrokken, benoemen de partijen die hetzelfde belang hebben in onderlinge overeenstemming een arbiter, binnen het in het eerste lid, letter b, hierboven aangegeven tijdvak.
Artikel 4
De partij bij het geschil die de procedure begint, stelt de andere partij of partijen bij het geschil en de Secretaris schriftelijk hiervan in kennis. Deze kennisgeving bevat een uiteenzetting van de eis en de gronden waarop deze is gebaseerd. De kennisgeving wordt door de Secretaris aan alle Partijen toegezonden.
Artikel 5
1
Tenzij de partijen bij het geschil anders overeenkomen, vindt de arbitrage plaats te 's-Gravenhage, waar de registers van het scheidsgerecht worden bewaard. Het scheidsgerecht stelt zijn eigen procedureregels vast. Deze regels verzekeren dat elke partij bij het geschil ten volle de gelegenheid heeft te worden gehoord en haar zaak uiteen te zetten en tevens dat de procedure een vlot verloop heeft.
2
Het scheidsgerecht kan tegeneisen die voortkomen uit het geschil horen en erover beslissen.
Artikel 6
1
Indien het scheidsgerecht van mening is dat het prima facie krachtens dit Protocol jurisdictie heeft, kan het:
- a.
op verzoek van een der partijen bij het geschil, de voorlopige voorzieningen aangeven die het nodig acht om de onderscheiden rechten van de partijen bij het geschil te beschermen;
- b.
alle voorlopige voorzieningen voorschrijven die het gezien de omstandigheden gepast acht om ernstige schade aan het Antarctisch milieu of de daarvan afhankelijke en daarmee samenhangende ecosystemen te voorkomen.
2
De partijen bij het geschil houden zich onverwijld aan alle krachtens het eerste lid, letter b, hierboven voorgeschreven voorlopige maatregelen, in afwachting van een uitspraak krachtens artikel 10.
3
Niettegenstaande het in artikel 20, van het Protocol genoemde tijdvak, kan een partij bij het geschil te allen tijde door middel van kennisgeving aan de andere partij of partijen bij het geschil en aan de Secretaris, overeenkomstig artikel 4, verzoeken buitengewone spoed te betrachten bij het instellen van het scheidsgerecht om voorlopige noodvoorzieningen overeenkomstig dit artikel aan te geven of voor te schrijven. In een dergelijk geval wordt het scheidsgerecht zo spoedig mogelijk samengesteld overeenkomstig artikel 3, behalve dat de tijdvakken in artikel 3, eerste lid, letters b, c, en d, voor elk van deze gevallen worden teruggebracht tot 14 dagen. Het scheidsgerecht beslist over het verzoek om voorlopige noodvoorzieningen binnen twee maanden na benoeming van zijn voorzitter.
4
Na een beslissing van het scheidsgerecht inzake een verzoek om voorlopige noodvoorzieningen overeenkomstig het derde lid hierboven, vindt de beslechting van het geschil plaats overeenkomstig de artikelen 18, 19 en 20 van het Protocol.
Artikel 7
Een Partij die van mening is dat zij een algemeen dan wel individueel rechtsbelang heeft dat wezenlijk kan worden geraakt door de uitspraak van een scheidsgerecht, kan interveniëren in de procedure, tenzij het scheidsgerecht anders bepaalt.
Artikel 8
De partijen bij het geschil vergemakkelijken het werk van het scheidsgerecht en voorzien het met name, in overeenstemming met hun wetgeving en met gebruikmaking van alle ten dienste staande middelen, van alle relevante documenten en informatie en stellen het in staat, waar nodig, getuigen of deskundigen op te roepen en verklaringen van hen te verkrijgen.
Artikel 9
Indien een van de partijen bij het geschil niet voor het scheidsgerecht verschijnt of haar zaak niet verdedigt, kan elke andere partij bij het geschil het scheidsgerecht verzoeken de procedure voort te zetten en een uitspraak te doen.
Artikel 10
1
Het scheidsgerecht doet een uitspraak in de aan het scheidsgerecht voorgelegde geschillen op basis van de bepalingen in het Protocol en andere van toepassing zijnde rechtsregels die niet strijdig zijn met deze bepalingen.
2
Het scheidsgerecht kan ex aequo et bono in een aan het scheidsgerecht voorgelegd geschil beslissen, indien de partijen bij het geschil dit overeenkomen.
Artikel 11
1
Voordat het scheidsgerecht een uitspraak doet, overtuigt het zich ervan dat het bevoegd is ten aanzien van het geschil en dat de eis en de tegeneis ten aanzien van de feiten en het recht gegrond zijn.
2
De uitspraak dient vergezeld te gaan van een uiteenzetting van de gronden waarop de beslissing is genomen en wordt medegedeeld aan de Secretaris, die deze aan alle Partijen doet toekomen.
3
De uitspraak is onherroepelijk en bindend voor de partijen bij het geschil en voor elke Partij die heeft geïntervenieerd en wordt onverwijld nageleefd. Het scheidsgerecht licht op verzoek van een partij bij het geschil of een interveniërende partij de uitspraak toe.
4
De uitspraak heeft geen bindende kracht behalve ten aanzien van die bepaalde zaak.
5
Tenzij het scheidsgerecht anders bepaalt, komen de kosten van het scheidsgerecht, met inbegrip van de honorering van zijn arbiters, gelijkelijk ten laste van de partijen bij het geschil.
Artikel 12
Alle beslissingen van het scheidsgerecht, met inbegrip van de beslissingen bedoeld in de artikelen 5, 6 en 11, worden genomen met een meerderheid van de arbiters, die zich niet van stemming mogen onthouden.
Artikel 13
1
Dit Aanhangsel kan worden geamendeerd of gewijzigd door middel van een overeenkomstig artikel IX, eerste lid, van het Verdrag inzake Antarctica aangenomen maatregel. Tenzij in de maatregel anders wordt aangegeven, wordt de amendering of wijziging geacht te zijn goedgekeurd en treedt zij in werking één jaar na sluiting van de Consultatieve Vergadering van het Verdrag inzake Antarctica tijdens welke zij werd aangenomen, tenzij een of meer van de Consultatieve Partijen bij het Verdrag inzake Antarctica de Depositaris binnen deze termijn ervan in kennis stellen dat zij een verlenging van die termijn wensen of dat zij de maatregel niet kunnen goedkeuren.
2
Alle amenderingen of wijzigingen van dit Aanhangsel die in werking treden overeenkomstig het eerste lid hierboven, treden daarna in werking ten aanzien van elke andere Partij wanneer kennisgeving van haar goedkeuring door de Depositaris is ontvangen.