Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 475g [Informatieplichten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stb. 2020, 496 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken: 35494)
29-11-2017, Stb. 2017, 484 (uitgifte: 15-12-2017, kamerstukken: 34766)
08-03-2017, Stb. 2017, 110 (uitgifte: 24-03-2017, kamerstukken: 34628)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2020, 497 (uitgifte: 04-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2020, Stb. 2020, 499 (uitgifte: 08-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2020, Stb. 2020, 499 (uitgifte: 08-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Een schuldenaar is verplicht aan een deurwaarder die gerechtigd is ten laste van hem beslag te leggen, desgevraagd zijn bronnen van inkomsten op te geven, alsmede voor de vaststelling van de beslagvrije voet benodigde gegevens te verstrekken voor zover deze gegevens niet door de deurwaarder kunnen worden verkregen op grond van de artikelen 475ga en 475gb.
2.
Een deurwaarder die gerechtigd is ten laste van een schuldenaar beslag te leggen, is bevoegd aan een ieder van wie hij vermoedt dat deze aan de schuldenaar periodieke betalingen verricht of schuldig is, te vragen of dat zo is. Een ieder is verplicht hierop desgevraagd schriftelijk te antwoorden.
3.
Bij het antwoord, bedoeld in het tweede lid, wordt ten aanzien van de voor beslag vatbare periodieke betalingen informatie verstrekt over:
- a.
de termijn van de betalingen;
- b.
de omvang van de betalingen na aftrek van de inhoudingen, bedoeld in artikel 475a, tweede lid;
- c.
reeds gelegde beslagen alsmede vorderingen als bedoeld in artikel 19 van de Invorderingswet 1990, met vermelding van de deurwaarder die beslag heeft gelegd of, in geval van samenloop van beslagen als bedoeld in artikel 478 de coördinerende deurwaarder;
- d.
reeds lopende verrekeningen, waarbij indien de verrekening ziet op een vordering tot periodieke betaling genoemd in artikel 475c, eerste lid, onderdeel j, in ieder geval het maandelijks geïnde bedrag wordt vermeld;
- e.
de loonbelasting over het in artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 bedoelde voordeel ten gevolge van het tevens voor privédoeleinden ter beschikking stellen van vervoermiddelen aan de schuldenaar.