Einde inhoudsopgave
Besluit administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen
3.2.2 Factureringsverplichting
Geldend
Geldend vanaf 18-12-2014
- Bronpublicatie:
06-12-2014, Stcrt. 2014, 36166 (uitgifte: 17-12-2014, regelingnummer: BLKB 2014-704M)
- Inwerkingtreding
18-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2014, Stcrt. 2014, 36166 (uitgifte: 17-12-2014, regelingnummer: BLKB 2014-704M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
In artikel 34c, eerste lid, van de wet, is aangegeven in welke gevallen een ondernemer verplicht is een factuur uit te (doen) reiken. Dat is het geval als een ondernemer goederen levert aan of diensten verricht voor een andere ondernemer of rechtspersoon (andere dan ondernemer). Het gaat daarbij om zowel binnenlandse als buitenlandse afnemers. Ook als er sprake is van zogenoemde afstandsverkopen moet een factuur worden uitgereikt.
Ook moet een factuur worden uitgereikt als een vooruitbetaling wordt gedaan voor de hiervoor genoemde goederenleveringen voor zover het geen intracommunautaire leveringen zijn. Verder moet een factuur worden uitgereikt voor intracommunautaire leveringen van goederen (als bedoeld in tabel II, onderdeel a, post 6 behorende bij de wet); wanneer sprake is van vooruitbetaling behoeft echter geen factuur te worden uitgereikt. Ten slotte is factureren verplicht bij de vooruitbetalingen die door een andere ondernemer of een rechtspersoon, andere dan ondernemer, aan de ondernemer worden voldaan voordat de dienst is verricht.
Doorlopende intracommunautaire leveringen worden steeds geacht bij afloop van elke kalendermaand te zijn voltooid (artikel 13, zesde lid, van de wet). Bij vooruitbetalingen voor dergelijke intracommunautaire leveringen aan ondernemers en rechtspersonen moet een factuur worden uitgereikt.
Ondernemers die doorgaans leveren aan andere ondernemers moeten, als zij daartoe zijn aangewezen, voor alle leveringen facturen uitreiken (artikel 34e van de wet). Deze factureringsverplichting geldt ook als de afnemers particulieren of andere niet-ondernemers zijn. Aangewezen zijn de groothandelaren in levensmiddelen, tabaksproducten, dranken, tandheelkundige grondstoffen, tandtechnische werken en onderdelen van tandtechnische werken (artikel 32, eerste lid, van de beschikking). Met ‘doorgaans’ wordt bedoeld ‘voor 80% of meer’. De factureringsverplichting voor deze aangewezen ondernemers geldt dus als hun afnemersbestand voor 80% of meer bestaat uit andere ondernemers.