Besluit administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 02-09-2023
- Bronpublicatie:
30-08-2023, Stcrt. 2023, 24213 (uitgifte: 01-09-2023, regelingnummer: 2023-17125)
- Inwerkingtreding
02-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2023, Stcrt. 2023, 24213 (uitgifte: 01-09-2023, regelingnummer: 2023-17125)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Besluit van 6 december 2014
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt en actualiseert het besluit van 27 juni 2012, nr. BLKB/2012/477M over de administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen op het gebied van de omzetbelasting. Daarnaast is een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.
Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 10 oktober 2017, nr. BLKB2017/7366, (Stcrt. 2017, 59187). De wijziging betreft de onderdelen 3.2.3, 3.2.4, 3.2.5.1, 3.3.5, 3.3.7, 3.3.8, 3.5.1, 3.5.2 en 5 van vorengenoemd besluit. In de onderdelen 3.2.5.1, 3.3.5, 3.5.1 en 3.5.2 zijn tekstuele wijzigingen aangebracht. In onderdeel 3.2.3 is onderdeel 3.2.3.1 toegevoegd dat beschrijft wanneer het is toegestaan dat prestaties van meerdere ondernemers op één factuur worden vermeld. In onderdeel 3.2.4 is het arrest van de HR van 25 november 2016, nr. 15/02183, verwerkt en onderdeel 3.2.4 is aangepast in die zin dat wordt goedgekeurd dat de transactieoverzichten van reizen die met gebruikmaking van een OV-chipkaart zijn gemaakt, worden aangemerkt als een vervoerbewijs als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel a, van de beschikking. In onderdeel 3.3.7 is verduidelijkt dat uit Europese jurisprudentie volgt dat het recht op aftrek niet mag worden geweigerd met als enige reden dat een factuur niet voldoet aan de formele vereisten. Daarbij wordt verwezen naar de arresten van het HvJ EU van 15 september 2016, nr. C-516/14, zaak Barlis 06 en nr. C-518/14, zaak Senatex. De goedkeuring in onderdeel 3.3.7 is hierdoor overbodig en wordt ingetrokken. In onderdeel 3.3.8 is onderdeel 3.3.8.4 toegevoegd dat uitleg geeft over de btw-behandeling van de boedelbijdrage. Onderdeel 5 is aangepast in die zin dat met ingang van 1 januari 2016 de drempel voor een maandelijkse opgaaf ICL is verlaagd naar € 50.000.
Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 7 juni 2021 nr. 2021-7066 (Stcrt. 31289). De wijziging betrof de toevoeging van onderdeel 3.3.8.5. In dit onderdeel wordt uitleg gegeven over de btw-behandeling van de overdracht van fosfaatrechten via een bemiddelaar.
Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 30 augustus 2023, nr. 2023-17125, (Stcrt. 2023, 24213). De wijziging ziet op de toepassing van de vereenvoudigde A-B-C-regeling en betreft het vervallen van de goedkeuring voor vermelding van ‘intracommunautaire levering’ op de factuur in plaats van ‘btw verlegd’ bij de levering tussen B en C. Aanleiding hiervoor is het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 december 2022, C-247/21 (Luxury Trust Automobil).
6 december 2014
nr. BLKB 2014-704M
Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen