V-N Vandaag 2024/647
Premiedeel ouderenkorting voor niet-inwoner is conform IB-deel
HR 22-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:470
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2024
- Zaaknummer
23/04137
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Premieheffing / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:470, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:79, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑01‑2024
- Wetingang
Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.14a)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.11)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.10)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 8.17)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 2.7)Regeling Wfsv (BWBR0019150, 2.6a)Wet financiering sociale verzekeringen (BWBR0017745, 12)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat voor een niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtige de PVV-heffingskorting moet worden berekend op basis van de standaardheffingskorting. De ouderenkorting is afhankelijk van het belastbare binnenlandse inkomen uit werk en woning en niet van het wereldinkomen.
Samenvatting
X is geboren in 1952 en woont in 2021 in Polen. Hij is een buitenlandse belastingplichtige en ontvangt een AOW-uitkering van € 7991. Zijn niet in Nederland belastbare inkomsten zijn € 47.762. Niet in geschil is dat X van 1 januari 2021 tot en met 23 juli 2021 premieplichtig is voor de volksverzekeringen in Nederland. De PVV-heffingskortingen zijn na bezwaar als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.