V-N 2014/2.14
Prejudiciële vragen aan HvJ EU over teruggaaf dividendbelasting aan Belgische particuliere aandeelhoudster
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1774, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/04717
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
CA1565
- JCDI
JCDI:ADS915846:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Dividendbelasting (V)
Dividendbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:361, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2557, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑12‑2015
ECLI:NL:HR:2013:1774, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA1565, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2012
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het stelsel van de Nederlandse IB, bij een vergelijking van de effectieve Nederlandse belastingdruk op dividenden genoten door respectievelijk een niet-ingezetene en een ingezetene, tot vragen leidt. Deze vragen vormen voor de Hoge Raad aanleiding om prejudiciële vragen aan het HvJ EU te stellen.
Samenvatting
X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in België. X houdt 2,1% van de aandelen in het Nederlandse A bv. In 2007 ontvangt X dividend, waarop ruim € 16.000 aan dividendbelasting is ingehouden. Verder moet X nog bijna € 23.000 aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.