Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/819 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie
Bijlage I Statuten van het europees instituut voor innovatie en technologie
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2021
- Bronpublicatie:
20-05-2021, PbEU 2021, L 189 (uitgifte: 28-05-2021, regelingnummer: 2021/819)
- Inwerkingtreding
28-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2021, PbEU 2021, L 189 (uitgifte: 28-05-2021, regelingnummer: 2021/819)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Afdeling 1. Samenstelling van de raad van bestuur
1
De raad van bestuur bestaat uit 15 door de Commissie op transparante wijze benoemde leden, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie of het bedrijfsleven. Hun benoeming vindt plaats na een open oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur bedraagt vier jaar. De Commissie kan deze ambtstermijn, op voorstel van de raad van bestuur, één keer met twee jaar verlengen.
De Commissie stelt bij de benoeming van de leden van de raad van bestuur alles in het werk om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van personen met ervaring op het gebied van hoger onderwijs (inclusief beroepsonderwijs en -opleiding), onderzoek, innovatie en het bedrijfsleven, alsook voor gender- en geografisch evenwicht; zij houdt tevens rekening met de uiteenlopende omstandigheden op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie in de gehele Unie.
Wanneer noodzakelijk, legt de raad van bestuur de Commissie met het oog op de benoeming van een of meer leden een shortlist van kandidaten voor. De kandidaten op de shortlist worden geselecteerd op basis van een transparante en open procedure op initiatief van het EIT.
De Commissie benoemt het lid of de leden in overeenstemming met de in de eerste, tweede en derde alinea vastgelegde procedure, en informeert het Europees Parlement en de Raad over de selectieprocedure en over de uiteindelijke benoeming van de desbetreffende leden van de raad van bestuur.
Indien een lid zijn ambtstermijn niet kan voltooien, wordt volgens de in de eerste, tweede en derde alinea vastgelegde procedure een vervangend lid benoemd, dat de ambtstermijn van het vervangen lid afmaakt. Een vervangend lid dat minder dan twee jaar in functie is, kan op verzoek van de raad van bestuur voor een aanvullende periode van vier jaar door de Commissie benoemd worden.
De Commissie benoemt drie extra leden van de raad van bestuur om uiterlijk op 29 november 2022 een aantal van 15 leden te bereiken. De vóór 28 mei 2021 benoemde leden van de raad van bestuur maken hun ambtstermijn, die niet verlengd kan worden, af.
In uitzonderlijke, met redenen omklede gevallen kan de Commissie, met name om de integriteit van de raad van bestuur te bewaren, op eigen initiatief de ambtstermijn van een lid van de raad van bestuur beëindigen.
2
De leden van de raad van bestuur handelen onafhankelijk en op transparante wijze in het belang van het EIT en staan in voor de opdracht en doelstellingen, identiteit, autonomie en samenhang van het EIT.
3
De raad van bestuur kan een lid van het EIC-college of andere belanghebbenden uitnodigen om hun vergaderingen als waarnemer bij te wonen.
4
De raad van bestuur handelt bij de uitoefening van zijn taken onder het toezicht van de Commissie teneinde de in artikel 3 genoemde opdracht en doelstellingen van het EIT uit te voeren.
Afdeling 2. Taken van de raad van bestuur
1
De raad van bestuur neemt strategische besluiten bij de uitvoering van zijn taak om de werkzaamheden van het EIT en de KIG's aan te sturen en te monitoren. De raad van bestuur moet met name:
- a)
na raadpleging van de bestaande KIG's en rekening houdend met hun adviezen, de bijdrage van het EIT aan het voorstel van de Commissie voor de SIA goedkeuren en openbaar maken;
- b)
het enkelvoudig programmeringsdocument, de begroting, de jaarrekening, de balans en het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag van het EIT goedkeuren;
- c)
deugdelijke criteria en duidelijke en transparante procedures goedkeuren voor de op prestaties gebaseerde financiering van de KIG's, en een besluit nemen over de maximale toewijzing van de financiële bijdrage van het EIT aan de KIG's, met het oog op de uitvoering van het desbetreffende bedrijfsplan van de KIG's en de verwezenlijking van de doelstellingen van de SIA, in overeenstemming met artikel 10 en rekening houdend met de vereisten van artikel 11, leden 4 en 5, inclusief de vorderingen van de KIG's bij het bereiken van financiële houdbaarheid;
- d)
de selectieprocedure voor de KIG's goedkeuren, overeenkomstig artikel 9 en de SIA;
- e)
partnerschappen selecteren en als KIG aanwijzen, overeenkomstig de voorwaarden en criteria die zijn vastgelegd in artikel 9, en in voorkomend geval een aanwijzing als KIG intrekken;
- f)
de directeur machtigen om partnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten met de KIG's voor te bereiden, hierover te onderhandelen en deze te sluiten;
- g)
de duur, inhoud en structuur van memoranda van samenwerking vaststellen, conform artikel 12, de directeur opdragen en machtigen om memoranda van samenwerking met de KIG's voor te bereiden en hierover te onderhandelen, en, na bestudering van de overeengekomen memoranda van samenwerking, de directeur machtigen deze te sluiten;
- h)
de directeur machtigen om conform de artikelen 10 en 11 partnerschapsovereenkomsten met KIG's na de eerste periode te verlengen vooraleer deze eerste periode verstrijkt, mits de tussentijdse evaluatie en de uitgebreide beoordeling van overeenkomsten, zoals beschreven in de SIA, een positief resultaat oplevert;
- i)
de directeur machtigen om subsidieovereenkomsten met andere juridische entiteiten voor te bereiden, hierover te onderhandelen en deze te sluiten;
- j)
doeltreffende, efficiënte en transparante procedures voor doorlopende monitoring en evaluatie, met inbegrip van degelijke indicatoren, vaststellen overeenkomstig de artikelen 10, 11, 19 en 20, en toezicht houden op de uitvoering ervan door de directeur;
- k)
aan de hand van de monitoring- en beoordelingsresultaten en in overeenstemming met de doelstellingen van het EIT en de KIG's en de artikelen 10, 11 en 18, passende corrigerende maatregelen nemen ten aanzien van ondermaats presterende KIG's, waaronder de verlaging, wijziging of intrekking van de financiële bijdrage van het EIT aan die KIG's of de beëindiging van partnerschapsovereenkomsten met die KIG's;
- l)
de KIG's ertoe aanmoedigen operationele modellen aan te nemen die gericht zijn op openheid ten aanzien van nieuwe partnerorganisaties;
- m)
in de hele Unie en overal ter wereld bekendheid geven aan het EIT om de aantrekkelijkheid ervan te vergroten en de directeur, met het oog daarop, machtigen om memoranda van overeenstemming te ondertekenen met lidstaten, geassocieerde landen of andere derde landen;
- n)
beslissen over de opzet en de coördinatie van de ondersteuningsacties van de KIG's ter verbreding van de impact van het EIT in de hele Unie voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs en, in voorkomend geval, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, en hun integratie in innovatie-ecosystemen, teneinde de integratie van de kennisdriehoek te versterken;
- o)
de totstandbrenging van synergieën bevorderen tussen het EIT, onder meer via de KIG's, en de kaderprogramma's voor onderzoek en innovatie van de Unie alsook nationale en regionale financieringsregelingen.
2
Naast de in punt 1 bedoelde strategische besluiten, neemt de raad van bestuur de volgende procedurele en operationele besluiten die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn taken en van de activiteiten van het EIT. Met name moet de raad van bestuur:
- a)
zijn eigen reglement van orde, het reglement van orde van het uitvoerend comité en de specifieke financiële voorschriften van het EIT vaststellen;
- b)
welbepaalde taken delegeren aan het uitvoerend comité;
- c)
passende vergoedingen voor de leden van de raad van bestuur en het uitvoerend comité vaststellen, die in lijn moeten liggen met vergelijkbare beloningen in de lidstaten;
- d)
een open en transparante procedure voor de selectie van de leden van het uitvoerend comité goedkeuren;
- e)
de directeur benoemen en, indien nodig, diens ambtstermijn verlengen of de directeur uit zijn functie ontheffen, overeenkomstig afdeling 5;
- f)
de rekenplichtige en de leden van het uitvoerend comité benoemen;
- g)
een gedragscode voor belangenconflicten goedkeuren;
- h)
waar nodig, voor een bepaalde duur adviesgroepen met een welomschreven doelstelling en welomschreven taken in het leven roepen;
- i)
een functie inzake interne audit oprichten overeenkomstig de financiële voorschriften van het EIT;
- j)
een besluit nemen over de werktalen van het EIT, rekening houdend met de bestaande beginselen inzake meertaligheid en de praktische vereisten van zijn werkzaamheden;
- k)
jaarlijks een vergadering op hoog niveau met de KIG's bijeenroepen;
- l)
verslag uitbrengen over de samenwerking tussen de KIG's en andere Europese partnerschappen.
3
De raad van bestuur neemt besluiten met betrekking tot het personeel van het EIT en de arbeidsvoorwaarden van dit personeel in overeenstemming met het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (1) (hierna het ‘Statuut’, respectievelijk de ‘Regeling’). De raad van bestuur moet met name:
- a)
de bepalingen ter uitvoering van het Statuut en de Regeling vaststellen, overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Statuut;
- b)
overeenkomstig punt c) van dit punt, de bevoegdheden met betrekking tot het personeel van het EIT uitoefenen die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling toekent aan het tot het sluiten van arbeidsovereenkomsten bevoegde gezag (de ‘bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag’);
- c)
overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Statuut, een besluit vaststellen op basis van artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur delegeert en vastlegt onder welke voorwaarden deze delegatie kan worden opgeschort. De directeur kan deze bevoegdheden op zijn beurt subdelegeren;
- d)
indien uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, een besluit vaststellen om de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de directeur en de bevoegdheden die de directeur op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk op te schorten, en deze bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de directeur.
Afdeling 3. Werking van de raad van bestuur
1
De raad van bestuur kiest zijn voorzitter uit zijn leden. De voorzitter wordt gekozen voor een termijn van twee jaar, die één keer verlengd kan worden.
2
De vertegenwoordiger van de Commissie neemt deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur; hij of zij heeft geen stemrecht maar zijn of haar instemming is vereist in gevallen als bedoeld in punt 5. Hij of zij heeft het recht punten voor de agenda van de raad van bestuur voor te stellen.
3
De directeur neemt deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur, maar heeft geen stemrecht.
4
De raad van bestuur neemt besluiten bij gewone meerderheid van het aantal stemgerechtigde leden.
Voor besluiten op grond van afdeling 2, punt 1, a), b), c), d), en n), en punt 2, e) en j), en voor besluiten op grond van punt 1 van deze afdeling is evenwel een tweederdemeerderheid van de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur vereist.
5
Voor besluiten van de raad van bestuur op grond van punt 1, c), e), g), h), j) en m), punt 2, c), en punt 3, a), is instemming van de Commissie vereist, die door de vertegenwoordiger van de Commissie in de raad van bestuur wordt verleend.
6
De raad van bestuur wint het advies van de Groep vertegenwoordigers van de lidstaten in vooraleer besluiten te nemen over de verlenging of beëindiging van de partnerschapsovereenkomsten met de KIG's overeenkomstig afdeling 2, punt 1, h) en k), en over de sluiting van het memorandum van samenwerking overeenkomstig afdeling 2, punt 1, g).
Het in de eerste alinea bedoelde advies is niet bindend voor de raad van bestuur. Dit advies wordt zonder onnodige vertraging afgegeven, en in elk geval uiterlijk twee maanden nadat het is aangevraagd.
7
De raad van bestuur komt ten minste vier keer per jaar in gewone vergadering bijeen; op uitnodiging van de voorzitter of op verzoek van ten minste een derde van alle leden of van de vertegenwoordiger van de Commissie kan de raad van bestuur in buitengewone vergadering bijeenkomen.
Afdeling 4. Het uitvoerend comite
1
Het uitvoerend comité staat de raad van bestuur bij de uitvoering van zijn taken bij.
2
Het uitvoerend comité bestaat uit vijf leden, onder wie de voorzitter van de raad van bestuur, die ook het uitvoerend comité voorzit. De vier andere leden van het uitvoerend comité worden door de raad van bestuur uit zijn leden gekozen, met een evenwichtige verdeling tussen leden met ervaring op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek, innovatie of het bedrijfsleven. De leden van het uitvoerend comité worden gekozen voor een termijn van twee jaar, die één keer verlengd kan worden.
3
Het uitvoerend comité bereidt de vergaderingen van de raad van bestuur voor in samenwerking met de directeur.
4
De raad van bestuur kan het uitvoerend comité verzoeken om toezicht te houden op de uitvoering van besluiten en aanbevelingen van de raad van bestuur en de uitvoering te monitoren.
5
Het uitvoerend comité bereidt de bespreking binnen en goedkeuring door de raad van bestuur voor van de ontwerpbijdrage van het EIT aan het voorstel van de Commissie voor de SIA. Daarnaast bereidt het de bespreking door de raad van bestuur voor van het ontwerp van het enkelvoudig programmeringsdocument, het ontwerp van het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag, het ontwerp van de jaarlijkse begroting en het ontwerp van de jaarrekeningen en de jaarbalans alvorens deze aan de raad van bestuur worden voorgelegd.
6
Besluiten van het uitvoerend comité worden aangenomen op basis van een meerderheid van de aanwezige leden. Elk lid heeft één stem.
7
De vertegenwoordiger van de Commissie neemt deel aan de vergaderingen van het uitvoerend comité, maar heeft geen stemrecht. De vertegenwoordiger van de Commissie heeft het recht punten voor de agenda van het uitvoerend comité voor te stellen.
8
De directeur neemt deel aan de vergaderingen van het uitvoerend comité, maar heeft geen stemrecht.
9
De leden van het uitvoerend comité handelen onafhankelijk en op transparante wijze in het belang van het EIT en staan in voor de opdracht en doelstellingen, identiteit, autonomie en samenhang van het EIT. Zij brengen regelmatig verslag uit aan de raad van bestuur over de aangenomen besluiten en de door de raad van bestuur aan hen toegewezen taken.
Afdeling 5. De directeur
1
De directeur beschikt over grote deskundigheid en staat in hoog aanzien op de gebieden waarop het EIT opereert. De directeur is een personeelslid van het EIT en wordt in dienst genomen als tijdelijk functionaris op grond van artikel 2, punt a), van de Regeling.
2
De directeur wordt benoemd door de raad van bestuur uit een door de Commissie voorgestelde lijst van kandidaten op grond van een open en transparante procedure. Voor het sluiten van het contract met de directeur wordt het EIT vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.
3
De ambtstermijn van de directeur bedraagt vier jaar. De raad van bestuur kan deze ambtstermijn, op basis van een voorstel van de Commissie waarin rekening wordt gehouden met de evaluatie van de prestaties van de directeur alsook met de belangen en de toekomstige taken en uitdagingen van het EIT, één keer met maximaal vier jaar verlengen. Een directeur wiens ambtstermijn is verlengd, mag niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt.
4
De directeur kan uitsluitend uit zijn ambt worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.
5
De directeur is verantwoordelijk voor de werkzaamheden en voor de dagelijkse leiding van het EIT, dat hij in rechte vertegenwoordigt. Hij of zij legt verantwoording af aan de raad van bestuur en brengt aan de raad van bestuur permanent verslag uit over de ontwikkeling van de activiteiten van het EIT en van alle activiteiten die onder zijn of haar verantwoordelijkheid vallen.
6
De directeur heeft met name de volgende taken:
- a)
de activiteiten van het EIT organiseren en leiden;
- b)
de raad van bestuur en het uitvoerend comité bij hun werkzaamheden ondersteunen, het secretariaat van hun vergaderingen voeren en de raad van bestuur en het uitvoerend comité de informatie verstrekken die zij voor de uitoefening van hun taken nodig hebben;
- c)
de raad van bestuur bij het opstellen van de bijdrage van het EIT aan het voorstel van de Commissie voor de SIA ondersteunen;
- d)
het ontwerp van het enkelvoudig programmeringsdocument, het ontwerp van het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag en het ontwerp van de jaarlijkse begroting opstellen ter voorlegging aan de raad van bestuur;
- e)
onder het toezicht van de raad van bestuur, de selectieprocedure voor de KIG's voorbereiden en beheren, en er zorg voor dragen dat de verschillende stadia van die procedure op transparante en objectieve wijze worden uitgevoerd, en een uitvoerig verslag van de selectieprocedure als bijlage bij het in punt d) genoemde geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag voegen;
- f)
met toestemming van de raad van bestuur, partnerschapsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten met de KIG's voorbereiden, hierover onderhandelen en deze sluiten;
- g)
memoranda van samenwerking met de KIG's voorbereiden, hierover onderhandelen en, mits ze definitief door de raad van bestuur worden goedgekeurd, deze sluiten overeenkomstig afdeling 2, punt 1, a);
- h)
met instemming van de raad van bestuur subsidieovereenkomsten met andere juridische entiteiten voorbereiden, hierover onderhandelen en deze sluiten;
- i)
onder het toezicht van de raad van bestuur, de vergaderingen van het forum van belanghebbenden en van de Groep vertegenwoordigers van de lidstaten organiseren en voor efficiënte communicatie met hen zorgen;
- j)
met toestemming van de raad van bestuur, memoranda van overeenstemming ondertekenen met lidstaten, geassocieerde landen of andere derde landen met als doel overal ter wereld bekendheid te geven aan het EIT;
- k)
de toepassing van doeltreffende procedures voor de monitoring, beoordeling en evaluatie van de prestaties van de KIG's waarborgen, overeenkomstig afdeling 2, punt 1, j), en de door de raad van bestuur genomen corrigerende maatregelen, overeenkomstig artikel 11, lid 6, uitvoeren;
- l)
de verantwoordelijkheid dragen voor administratieve en financiële aangelegenheden overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer, met inbegrip van de uitvoering van de EIT-begroting, terdege rekening houdend met het advies van de functie inzake interne audit;
- m)
het ontwerp van de jaarrekeningen en de jaarbalans aan de functie inzake interne audit en vervolgens aan de raad van bestuur voorleggen;
- n)
onder het toezicht van de raad van bestuur, er zorg voor dragen dat de verplichtingen van het EIT uit door het EIT gesloten overeenkomsten en akkoorden worden nagekomen;
- o)
onder het toezicht van de raad van bestuur zorgen voor doeltreffende communicatie met de instellingen van de Unie;
- p)
de Groep vertegenwoordigers van de lidstaten informeren over de resultaten van de monitoring, beoordeling en evaluatie, en de adviezen van de groep voorleggen aan de raad van bestuur;
- q)
op onafhankelijke en transparante wijze in het belang van het EIT handelen en instaan voor de opdracht en doelstellingen, identiteit, autonomie en samenhang van het EIT.
7
De directeur verricht alle andere taken die de raad van bestuur aan hem toevertrouwt en die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
Afdeling 6. Personeel van het eit en gedetacheerde nationale deskundigen
1
Het personeel van het EIT is rechtstreeks in dienst bij het EIT. Het personeel van het EIT valt onder het Statuut, de Regeling en de voorschriften die in onderling overleg door de instellingen van de Unie zijn vastgesteld ter uitvoering daarvan. Dit punt is van toepassing op al het personeel dat op 28 mei 2021 bij het EIT in dienst is, ongeacht de begindatum van hun arbeidscontract.
2
Nationale deskundigen kunnen voor een bepaalde termijn bij het EIT worden gedetacheerd. De raad van bestuur stelt een regeling voor de detachering van nationale deskundigen bij het EIT vast en legt daarin hun rechten en plichten vast.
Voetnoten
PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.