Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/819 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie
Artikel 20 Monitoring en evaluatie van het EIT
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2021
- Bronpublicatie:
20-05-2021, PbEU 2021, L 189 (uitgifte: 28-05-2021, regelingnummer: 2021/819)
- Inwerkingtreding
28-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2021, PbEU 2021, L 189 (uitgifte: 28-05-2021, regelingnummer: 2021/819)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het EIT zorgt ervoor dat zijn werkzaamheden, met inbegrip van die beheerd via de KIG's, in overeenstemming met zijn financiële voorschriften doorlopend systematisch worden gemonitord en periodiek aan een onafhankelijke evaluatie worden onderworpen, zodat gegarandeerd is dat uitkomsten van de hoogste kwaliteit worden bereikt, wetenschappelijke topprestaties worden geleverd en de financiële middelen zo doelmatig mogelijk worden besteed. De resultaten van de monitoring en de evaluatie worden bekendgemaakt.
2.
Met de hulp van onafhankelijke externe deskundigen en rekening houdend met de standpunten van belanghebbenden, voert de Commissie te gepasten tijde een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie uit van het EIT en de KIG's. Die evaluaties worden meegenomen in de Horizon Europa-evaluaties zoals bedoeld in artikel 52 van Verordening (EU) 2021/695.
In die evaluaties, die alle werkzaamheden van het EIT en de KIG's bestrijken, wordt onderzocht in hoeverre het EIT zijn opdracht en doelstellingen vervult. De evaluaties omvatten een beoordeling van de meerwaarde van het EIT voor de Unie, de impact ervan in de hele Unie en de impact van de activiteiten in het kader van de regionale innovatieregeling, de openheid, doeltreffendheid, doelmatigheid en relevantie van de werkzaamheden van het EIT en de samenhang en complementariteit ervan met het desbetreffend Unie- en nationaal beleid, met inbegrip van de synergieën met andere onderdelen van Horizon Europa, in het bijzonder de andere Europese partnerschappen en missies en de EIC.
Ook omvat de tussentijdse evaluatie een beoordeling van onder meer het resultaat en de impact van het proefinitiatief voor hoger onderwijs, de doeltreffendheid van de strategieën voor financiële houdbaarheid van de KIG's en de samenwerking tussen het EIT en uitvoerende organen in het kader van pijler III (Innovatief Europa) van Horizon Europa. In dat verband worden de evaluaties van het EIT meegenomen in de Horizon Europa-evaluaties, onder meer met het oog op een systematische beoordeling van pijler III (Innovatief Europa) van Horizon Europa, met name met betrekking tot het éénloketsysteem voor innovatie.
3.
De Commissie kan, met de hulp van onafhankelijke externe deskundigen die op basis van een transparant proces worden geselecteerd, thema's of onderwerpen van strategisch belang nader evalueren, de door het EIT geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen onderzoeken, de factoren die bijdragen aan de uitvoering van de activiteiten in kaart brengen, en beste praktijken vaststellen. Bij de uitvoering van deze nadere evaluaties houdt de Commissie steeds ten volle rekening met de administratieve lasten voor het EIT en de KIG's.
4.
De Commissie deelt de conclusies van die evaluaties, vergezeld van haar opmerkingen, mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. De raad van bestuur houdt bij de uitvoering van de programma's en werkzaamheden van het EIT naar behoren rekening met de bevindingen van de evaluaties.