Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.6.6 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 21-10-2023 tot 01-04-2028
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stcrt. 2023, 27821 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 36595838)
- Inwerkingtreding
21-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-2023, Stcrt. 2023, 27821 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 36595838)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Onverminderd artikel 2.11 beslist de minister afwijzend op een aanvraag voor subsidieverlening indien:
- a.
het project niet nieuw is voor een deelnemer aan een operationele groep als bedoeld in artikel 5.6.2, eerste lid;
- b.
aan een aanvraag minder dan 30 punten zijn toegekend op grond van artikel 5.6.8;
- c.
met de uitvoering van het project, niet zijnde de uitvoering van voorbereidingsactiviteiten, bedoeld in artikel 5.6.3, eerste lid, onderdeel a, is gestart voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.
2.
Onverminderd het eerste lid, beslist de minister afwijzend op een aanvraag voor subsidieverlening van een project dat gericht is op de categorie, bedoeld in artikel 5.6.2, zesde lid, onderdeel b, indien:
- a.
een varkenshouder die produceert volgens de biologische productiewijze of een varkenshouder die in het jaar voorafgaand aan het tijdstip van aanvraag varkens met hele staarten op de markt heeft gebracht, deelneemt aan de operationele groep, bedoeld in artikel 5.6.2, tweede lid;
- b.
niet is gebleken dat passende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van staartbijten en andere gedragsstoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, onderdeel b, onder 3, van het Besluit diergeneeskundigen;
- c.
het project start met minder dan vijf tomen biggen per deelnemer aan de operationele groep die biggen houdt.