Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.6.2 Subsidieverlening
Geldend
Geldend van 20-07-2024 tot 01-04-2028
- Bronpublicatie:
16-07-2024, Stcrt. 2024, 23380 (uitgifte: 19-07-2024, regelingnummer: WJZ/ 63246671)
- Inwerkingtreding
20-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2024, Stcrt. 2024, 23380 (uitgifte: 19-07-2024, regelingnummer: WJZ/ 63246671)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan de operationele groep voor een project dat bestaat uit het ontwikkelen van innovatieve initiatieven die bijdragen aan de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw en de uitwisseling van kennis hierover.
2.
In afwijking van het eerste lid, verstrekt de minister enkel subsidie voor een project dat is gericht op de categorie, bedoeld in het zesde lid, onderdeel b, aan een operationele groep die bestaat uit ten minste vijf varkenshouders, een slachterij en een afzetkanaal van producten uit de varkenshouderij. Een varkenshouder die varkens, niet zijnde biggen, of enkel biggen houdt, kan enkel deelnemen aan een operationele groep indien de eerste type houder biggen afneemt van de laatste type houder en beide houders deelnemen aan dezelfde operationele groep.
3.
In afwijking van het eerste lid, verstrekt de minister enkel subsidie voor een project dat is gericht op de categorie, bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, aan een operationele groep die bestaat uit ten minste één potentiële jonge landbouwer.
4.
Het project bestaat uit:
- a.
de voorbereiding op de uitvoering van het projectplan, en
- b.
de uitvoering van het projectplan.
5.
Het project draagt bij aan een of meer van de doelstellingen bedoeld in artikel 6, eerste lid, en aan de doelstelling, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van verordening 2021/2115.
6.
Het project is gericht op één van de volgende categorieën van activiteiten:
- a.
Het behouden van jonge landbouwers en het aantrekken van potentiële jonge landbouwers om te kiezen voor het agrarisch ondernemerschap;
- b.
Het minder toepassen van het verwijderen van een deel van de staart bij biggen in de varkenshouderij in de in artikel 2.3, onderdeel b, van het Besluit diergeneeskundigen, bedoelde situatie en naar aanleiding hiervan het opdoen van ervaring voor het opstellen van een nieuwe ecoregeling als bedoeld in artikel 31 van verordening 2021/2115;
- c.
Het uitwerken van een ontwerp voor het opzetten van een gebiedsgerichte fieldlab;
- d.
Het ontwikkelen van andere innovaties die bijdragen aan de doelstellingen, bedoeld in het vijfde lid;
- e.
Het op orde brengen van digitale randvoorwaarden om digitale innovaties in de agrarische bedrijfsvoering te kunnen uitwerken of implementeren, om bij te dragen aan het versterken en versnellen van de groene transitie door middel van een grotere inzet van digitalisering voor een duurzame landbouw- en voedselketen en een robuuste natuur.
7.
Voor zover aan de operationele groep anderen dan landbouwers deelnemen bevat de subsidie, bedoeld in het eerste lid, staatssteun en wordt zij gerechtvaardigd door artikel 40 van de landbouwvrijstellingsverordening.
8.
In afwijking van het eerste lid verstrekt de minister enkel subsidie voor een project dat is gericht op de categorie, bedoeld in het zesde lid, onderdeel e, aan een operationele groep die bestaat uit ten minste drie partijen, waaronder één gegevenshouder, één gebruiker en één gegevensontvanger waarbij tenminste één van deze partijen tevens landbouwer is.