Einde inhoudsopgave
Verdrag tot vaststelling van enige eenvormige regelen inzake aanvaring in de binnenvaart
Artikel 4 [Verdeling van schuld over meerdere schepen]
Geldend
Geldend vanaf 13-09-1966
- Bronpublicatie:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-09-1966
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Indien twee of meer schepen gezamenlijk, door hun schuld, schade hebben veroorzaakt, zijn zij daarvoor aansprakelijk, en wel hoofdelijk wat betreft de schade aan personen, alsmede aan schepen die geen schuld dragen en aan zaken die zich aan boord van die schepen bevinden, doch zonder hoofdelijkheid wat betreft de schade aan de andere schepen en aan zaken die zich aan boord daarvan bevinden.
2.
Indien er geen hoofdelijke aansprakelijkheid bestaat, is de aansprakelijkheid van de schepen die gezamenlijk, door hun schuld, schade hebben veroorzaakt, tegenover de gelaedeerden evenredig aan de omvang van hun schuld; indien echter die verhouding niet uit de omstandigheden kan worden afgeleid, of indien de mate van schuld even groot lijkt, bestaat er aansprakelijkheid voor gelijke delen.
3.
Indien er hoofdelijke aansprakelijkheid bestaat, dient elk der aansprakelijke schepen een overeenkomstig lid 2 vastgesteld deel van de betaling aan de schuldeiser voor zijn rekening te nemen. Hij die meer dan zijn aandeel betaalt, heeft voor dat meerdere deel verhaal op zijn medeschuldenaren die minder dan hun aandeel hebben betaald. Een tekort, veroorzaakt doordat één der medeschuldenaren geen verhaal biedt, wordt over de andere medeschuldenaren verdeeld in de in lid 2 van dit artikel voorgeschreven verhouding.