Einde inhoudsopgave
Verdrag tot vaststelling van enige eenvormige regelen inzake aanvaring in de binnenvaart
Artikel 7 [Verjaringstermijnen]
Geldend
Geldend vanaf 13-09-1966
- Bronpublicatie:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-09-1966
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Rechtsvorderingen tot schadevergoeding verjaren door verloop van twee jaren, te rekenen van de dag van het voorval.
2.
Rechtsvorderingen tot verhaal op medeschuldenaren verjaren door verloop van een jaar. Deze verjaring loopt hetzij vanaf de dag waarop de rechterlijke beslissing waarbij het bedrag der hoofdelijke aansprakelijkheid is vastgesteld onherroepelijk is geworden, hetzij — bij gebreke van zulk een beslissing — vanaf de dag van de betaling die tot het verhaal aanleiding heeft gegeven. Met betrekking tot rechtsvorderingen inzake de verdeling van het aandeel van een insolvente medeschuldenaar, loopt de verjaring echter pas vanaf het ogenblik waarop de rechthebbende kennis heeft gekregen van de insolventie van zijn medeschuldenaar.
3.
De stuiting en de schorsing dezer verjaringen worden beheerst door de bepalingen van de wet van het gerecht waar de vordering aanhangig is gemaakt.