Einde inhoudsopgave
Verdrag tot vaststelling van enige eenvormige regelen inzake aanvaring in de binnenvaart
Artikel 15 [Voorbehoud t.a.v. jurisdictie IGH]
Geldend
Geldend vanaf 13-09-1966
- Bronpublicatie:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-09-1966
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-1960, Trb. 1966, 192 (uitgifte: 29-08-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Ieder land kan op het tijdstip waarop het dit Verdrag ondertekent of zijn akte van bekrachtiging of van toetreding nederlegt, verklaren dat het zich niet gebonden acht door artikel 14 van het Verdrag, ten aanzien van de verwijzing van geschillen naar het Internationale Gerechtshof. De andere Verdragsluitende Partijen zijn niet door artikel 14 gebonden tegenover een Verdragsluitende Partij die zulk een voorbehoud heeft gemaakt.
2.
Elke Verdragsluitende Partij die een voorbehoud overeenkomstig het eerste lid heeft gemaakt, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een aan de Secretaris-Generaal der Verenigde Naties gerichte kennisgeving.